196
ren naar mate de berichten omtrent de vijandelijk gezinde negorijen moch
ten bevestigd worden, de versterkte doesoens moesten worden ver
nield; maar wanneer 's vijauds stellingen van te grooten omvang bleken
te zijn, behoorde Yan Oldenborgh nadere bevelen van Palem-
bang te vragen.
Den 2en Juni vertrokken de troepen van Palembang; zonder
eenige vijandelijke ontmoeting kwamen zij den 9en te Batoe Radja
Ogan aan. De hier ingewonnen berichten deden genoemd officier het
noodig achten, zich eerst naar Loeboelikoe te begeven, om de mui
telingen, die zich daar versterkt hadden, de kracht onzer wapens te
doen gevoelen.
Den 15en werd de tocht derwaarts aanvaard; maar toen de colonne
Padjarboelan bereikt had, vernam de commandant dat de zetel van
den opstand meer oostelijk, en bepaaldelijk te Pem a n gil an geves
tigd was, waar de doesoen-zelve versterkt en in hare nabijheid nog eene
benteng opgeworpen was. Tengevolge van dit bericht werd besloten den
reeds aangevangen marsch te staken en langs deKomering rivier naar
MoearaDoeate gaanna zeer vermoeiende marschen over ongebaande
wegen kwam men den 19en op deze plaats aan. Yan hier werd den
23en opgerukt naar het op ca. 3 palen verder gelegen Goenoeng
Tiga en den volgenden dag naar de doesoens Goenoeng Radja
en B i 1 a B i 1 a.
Nabij GoenoengRadja werden de troepen plotseling begroet door
een schot uit eene met kogels, steentjes en grof porseleiü geladen
lilla; doch daar het den luitenant Yan Oldenborgh al spoedig
bleek dat zijne tegenstanders over weinig vuurwapenen te beschikken
hadden, deed hij den handmortier opstellen, een granaat binnen de
doesoen werpen en onmiddellijk daarop de steilte beklimmen, waarop
deze gelegen was. Terwijl een gedeelte der troepen de dubbele, zeer
versterkte poort der doesoen poogde open te hakken, trok een ander
gedeelte langs een smallen weg, ter rechterzijde van de doesoen en
beschoot men, door eene opening van den omheiniugspagger, den vijand,
die nu weldra langs de achterzijde op de vlucht sloeg. Aan onze
zijde waren, bij deze schermutseling, 2 koelies gewond geworden.
Doch het bleef bij dit eerste succes. Toen de luitenant Yan
Oldenborgh vernam dat de bezetting der nabijgelegen sterkte