200 gelijk uit te voeren dan door een handvol menschen, met iemand aan hun hoofd op wiens algemeene kennis van land en volk, tegen woordigheid van geest en onwrikbaren moed men staat konde maken, want de weg was onbekendeigenlijk een voetpad door bosch, berg op berg af, dat men van Inlanders wist, achterom dePematangTjering te leiden, en waarvan de afstand door geregelde troepen in geen drie dagen zoude kunnen worden afgelegd, in acht nemende den tijd dien de troepen noodig hadden gehad op hunnen marsch van B at oe Ra dja Ogan naar Moeara Doea Komering, en het was noodig dat het om te trekken punt nog denzelfden dag bereikt werd. Aan den voet van de Pematang Tjering gekomen na een allerfati- gantsten marsch van verscheidene uren nagenoeg zonder ophouden, had de controleur Van den Bossche al sedert een uur lang het kanon- en geweervuur van den kant van Pematang Tjering niet meer gehoord; en niets ziende dat op het aanwezen van geregelde troepen geleek, begreep hij dat de aanval was afgeslagen. „In die hachelijke positie besefte hij, dat hij alles op het spel moest zetten om alles te winnenhij verzamelde zijn kleinen troep, sprak hem den moed in, dien hij in zich-zelven voelde, en bestormde de vijan delijke sterkte met dat gelukkig gevolg dat zij genomen werd. „Ware de controleur Van den Bossche geretireerd, dan was wellicht weinig van hem en zijne gezellen terechtgekomen de troe pen waren van hunne moedeloosheid door het geleden échec niet gereleveerd, en de stand van zaken had een geheel ander aanzien gekregen." Wel was alzoo het Ridderkruis der Militaire Willemsorde verdiend, dat dezen ambtenaar bij Koninklijk besluit van 6 December 1850 N°. 55 werd toegekend Het was echter niet alleen den 23en September, dat de heer Van den Bossche zijne kordaatheid en tegenwoordigheid van geest ten toon kon spreiden. Den 16en September namen de onzen den tocht naar Goenoeng Raja aan, in welks nabijheid Bil a Bi 1 a gelegen was. Deze sterkte, op eene hoogte gelegen, kon niet worden omgetrokken, daar zij ter rechterzijde door de rivier Salabaug, links door een diep ravijn begrensd was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 213