204 worden genomen. Bovendien hoopte hijnu de verhouding van de bevolking der genoemde streken tot de aan ons gezag onderworpen districten beter bekend geworden was, den weg te hebben gevonden om met haar in betere betrekking te geraken, zonder dwangmiddelen en zonder bemoeienis met haar inwendig bestuur. Het overgroot aantal zieken bij de colonne had reeds vóór den val van Pemangilan den majoor Hemmes aanleiding gegeven, eenige versterking van Palembang aan te vragen. De militaire commandant, majoor Veenhuijzen, formeerde daarop onmiddellijk eene tweede colonne, getrokken uit de garnizoenen La hat, Te- bingtinggi en de hoofdplaats Palembang, en gesteld onder het bevel van den kapitein G. P. A. de Kr u ij ff. Deze colonne vereenigde zich voorloopig te Batoe Radja Ogan Maar het ligt voor de hand, dat de vermindering van de bezet tingen der genoemde plaatsen een zeer tijdelijke maatregel moest zijn de majoor Veenhuijzen verzocht daarom eenige versterking van troepen, ten gevolge waarvan, den 3en November 1849, de 3e com pagnie van het le bataljon (kapitein C. d'Agé) van Batavia te Palembang aankwam. Toen de rust in de marga's Hadji en B oeaiRoen dj oeng ge heel hersteld bleekkeerde de residentden 28en October, met den rijks bestierder en de overige hem vergezellende Inlandsche grooten, naar Palembang terug. De troepen werden tevens grootendeels terug getrokken; ter bestendiging van de pas verworven rust bleven te Moeara Doea en te Batoe Radja Ogan detachementen infan terie (eik 50 man) achter, en werden teGoenoeng Tiga, aan de Salabang in de marga Hadji, en te Balambangan, in de marga Boe ai Roendjoeng, detachementen pradjoeritselk van 25 man onder een Inlandsch hoofd, geplaatst. Van de aanwezigheid der colonnes in de bovenlanden meende de resident nu gebruik te moeten maken om eenige weerspannige hoof den van de nabij Lahat en Tebingtinggi gelegen districten, Kikim, Se min do en Moelak Oeloe, tot hunnen plicht terug te brengen en te bestraffen. Op den 1™ en 2™ November 1849 marcheerden de troepen dienten-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 217