210 „„zen voet dienen zij dus te blijven, en U zult altijd indachtig moeten „„wezen, bij elke poging of daad, die zij mochten willen aanwenden „„ol plegen, of daarmede ook hun oogmerk kan zijn, hunnen invloed „„op de bevolking te hernemen."" „In de belangrijke missive, den 26en November 1841 door den ko lonel Buschkens, afgetreden resident van P a 1 e m b a u ggeschre ven, nog onder den verschen indruk van dagelijksche ondervinding en persoonlijke aansprakelijkheid voor het beheer der residentie, wordt o. a. gezegd: „„Ik ben, onder verbetering, van gevoelen dat „„het tijdstip genoegzaam kan geacht worden daar te zijn, waarin zonder groot gevaar aan verdienste boven hooge geboorte de voor- rang zou kunnen worden gegevenwaardoor van zelf de ambten „„meer en meer uit de handen zouden geraken, tenminste van leden „„der laatste vorstelijke familie, die waar zij in betrekking zijn, zoo- „,,als b.v. de divisiehoofden der Moe si Oeloe en der Komering „„Ilir, alleszins als de slechtsten der ambtenaren kunnen worden aan- „gemerkthetzij door misbruik van gezag en onverzaadbare heb- „„zucht, met bekwaamheid vereenigd, hetzij door zwakheid en onkun- ,,„de tengevolge eener verwaarloosde opvoeding. In beide gevallen staan zij nochtans onder de krachtige bescherming van den rijksbestier- v„der, en den resident ontbreken de middelen om met verkeerde hande- ling en van dergelijke ambtenaren bekend te worden, vooral ook daar „„elk lid der binnenlandsche bevolking, hetzij hoog- of laaggeplaatst, „„zich wèl wachten zal eene klacht te doen hooren tegen hen, die „„hem volgens oud gebruik drukken, en waarvan hij weet dat zij on- „der bovengemelde bescherming staan""««Het komt mij voor dat „„belooningen en onderscheidingen, uit kracht van gewoonte of op „„grond van antecedenten, slechts karig zouden dienen te worden ge- „„geven"".... „„en dat in den vervolge de hoog er e adel zoo min mo- „gelijk door liet bestuur zoude móeten geplaatst worden in betrek- „Jcingen, waarin hij een dadelijk gezag over de bevolking uitoef ent en „daardoor het stelsel van onderdrukking en knevelarij bestendigt. „„Buiten zoodanige betrekkingen zal de adel langzamerhand zijnen „„invloed verliezen, en de bevolking spoediger onder de leiding van het Europeescli bestuur en van minder overmoedige Inlandsche amb- tenaren eeue gepaste vrijheid te gemoet treden"". ft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 223