213 „Bij besluit van 28 Januari 1847 N°. 23 is hem f 255.89 uitgekeerd. „Bij besluit van 23 Juli 1848 N°. 4 is hem weder een voorschot gegeven van f 35000. „Blijkens Gouvernements besluit van 24 Juni 1850 N°. 7 nam de regeering er stilzwijgend genoegen mede dat, onwettig, door den resident Boers aan den rijksbestierder de inkomsten waren afge staan van de landen Batang Lek oh en Dawas, welke inkomsten kunnen worden geschat op f 800 's maands. „Twee zijner zoons waren divisiehoofden, van Ogan ilir en Moesi ilir, de adjunct bij den eerste is zijn derde zoon, de adjunct bij den tweede zijn schoonzoon. Het divisiehoofd van Ogan ilir is thans echter ontslagen." Wel had de Indische Regeering den pangeran Kram a Djaja aldus met gunsten overladenZijn macht en invloed namen daar door toe; hij begreep dat men hem onmisbaar achtte, en handelde naar dat begrip. „Aanvankelijk had hij geen onmiddellijk gezag. „Het ambt van rijksbestierder sedert 1834 ook F er dan a Mantri genoemd is onder ons bestuur zijn oorsprong verschuldigd aan het aanvankelijk (tot 1824) aanhouden van eenen Sultan, na de verovering van Palembang. Blijkens de missive van den Com missaris Yan Sevenhoven van 15 November 1823, waarbij het ontwerpreglement op de administratie der politie en der crimineele en civiele rechtspleging voor Palembang, aan de Regeering werd aangeboden, was de bestemming van den rijksbestierder, te waken dat de binnenlandsche ingezetenen niet werden verplicht tot heeren diensten; dat zij niet werden belemmerd in de vrijheid die het Gou vernement hun had verzekerd, enz. Hij werd tevens belast met de belangen der binnenlandsche districtenhij moest waken, dat noch de Soesoehoenan (de vader des Sultans), noch de Sultan, noch de priaji's, noch eenig persoon, misbruik maakte van zijnen stand ten nadeele der Inlandsche bevolking. De artikelen 3947 van de toen maals gearresteerde instructie omschrijven nader die attributen daar uit moet worden afgeleid dat het geenszins de bedoeling is geweest, den rijksbestierder eenig gezag te geven over de binnenlanden, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 226