verlangd, dat de invloed der ■personen van de Palembangsche aristo
cratiezoolang geene verdenking van ontrouw zich daartegen verzet
bij voortduring worde bevestigdvooral die van pangeran Ferdana
Mantri enz. enz.
„Baadplegen wij nu het archief, om te zien hoe, van 1823 af, het
persoonlijk en politiek karakter van den rijksbestierder in verschillen
de tijdperken is opgeteekend geworden, dan blijkt ons
lo. dat, in 1825, de Commissaris Yan Sevenhoven hem ge
houden heeft voor valsch, huichelachtig en vexatoir voor de bevolking
2o. dat hij, in den gulden tijd van den resident B o e r s, toen hem
het vruchtgebruik der landen Batang Lek oh en Dawas
illegaal is afgestaan enz. enz., door dien resident allergunstigst is aan
bevolen, als volkomen te vertrouwen en het Nederlandsch bestuur
met hart en ziel toegedaan
3o. dat de resident Bu schkens in 1841 van hem zegt: „„Vaneen
„„geregeld goed gedrag, hooghartig, doch beleefd en minzaam in zijnen
„„omgang, beschaafd, vrij goed van doorzicht maar hoe langer hoe
„„meer overgaande tot bijgeloof en dweepzucht. Hij heeft immer geld
sgebrek daar zijn gevoel van grootheid hem noopt, meer dan zijne
„„inkomsten toelaten, te doen voor zijne familie en anderen leegloopen-
„,,den adel, om die als het ware steeds aan zich te verbinden en hunne
„„hulde te ontvangenHet vertrouwen, dat ik dezen ambtenaar
„„schonk, is niet vermeerderd door eene tweejarige kennismaking.
vHij beijvert zich te zeer om bij adel en volk de zachtegoede man
„„te zijnom energiek mede te werken om iets tot stand te brengen
zoodat daardoor de bevelen van den resident met minder veerkracht
„„worden uitgevoerd; terwijl hij zelfs, den resident misleidende, een-
maaldoor misbruik van gezagdrukkende heerendiensten van de
bevolking heeft gevorderd. Hij vangt overigens aan tot gemak te
„„neigen, vele zwarigheden te maken om zich in het belang van den
„„dienst eenigen tijd van de hoofdplaats te verwijderen, en is, wanneer
„„hij hiertoe bevel ontvangt, niet matig in het vorderen van geld voor
„„zijn talrijk gevolg"".
„Het deze omschrijving op den conduitestaat brenge men nu in
verband de reeds aangehaalde missive van den heer Buschkens
van 26 November 1841!