216 4o. Onder het bestuur van den resident De Koek wordt hij van jaar tot jaar gunstiger gesignaleerd, en eindelijk met deze aanbeveling aan den resident Steinmetz overgegeven: De rijksbestierder, pangeran Ferdana M an tr i, is de voorname „„man waarmede de resident handelt; nimmer, heb ik van hem iets „„slechts gezien, hij is trouw, eerlijk, kundig, actief, knoeit niet. Het „„eenige wat ik hem ten laste leg is zwakte voor zijne familiezijne „„zoons, schoonzoons en aanhang doen wel eens iets dat niet juist is „en op naam van den rijksbestierder komt. Bij nauwkeurig onder- „„zoek zal dit altijd blijken". „Het rapport van den resident De Koek, bij zijn aftreden in 1848 aan de regeering ingediend, legt omtrent den rijksbestierder het ge tuigenis af „„dat hij gedurende 24 jaren het Gouvernement met trouw „„en gehechtheid heeft gediend, bewijzen heeft gegeven van kloek- moedigheid, bedaardheid en orde, uitgebreide kennis van land en „„volk bezit; dat zijn karakter edel, goed en welwillend is, en dat „„men alles van hem gedaan kan krijgen, wanneer de resident hem met „„onderscheiding en zachtheid behandelt, doch datrhij, tengevolge van „„zijne adellijken trots en vermeende prerogatieven van geboorte, zich dikwerf aan misbruik van gezag schuldig maakt"". „Het laatste gedeelte dezer beschrijving komt niet overeen met die „welke gelijktijdig aan den resident Steinmetz gegeven werd! 5o. De resident Steinmetz heeftin menig rapport over de hoedanig heid van den rijksbestierder bericht. In den mij overgegeven con duitestaat schrijft die ambtenaar „„Hij is uiterst fatsoenlijk en minzaam in den omgang. Van zijne „lichtgeloovigheid en van zijne zucht om alles aan te hooren wat ten „„nadeele van 's lands dienaren uit de binnenlanden aangebracht wordt, „„wordt veel misbruik gemaakt. Hij verkwist zijne aanzienlijkein- „komsten om bevriend te worden en een aanzienlijk gevolg te hebben. „„Zoude het vertrouwen van het gouvernement verdienen, wanneer „„zijne gehechtheid daaraan niet blootelijk voortsproot uit eigenbelang, „„en indien hij niet in de bescherming, die hij geniet, het middel zocht „„zich zeiven te verheffen; in één woordonder den dekmantel van diepe onderdanigheidhet gouvernement aan hem dienstbaar maakte. Hij betuigt immer zijne oprechte medewerkingmaar is steeds in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 229