227 „„Vele, het grootste gedeelte, der onheilen van vroegere tijdstippen „„geloof ik te mogen toeschrijven aan het gemis aan zelfvertrouwen „„bij de bestuurders, omdat dit gemis het denkbeeld deed geboren wor gden om langs slinksche wegen te zoeken wat men niet rechtstreeks „„dacht te kunnen hereiken. I andaar onwaardigeoverdreven toegevendheid of ontijdige en „„met zelden onrechtvaardige strengheid; vandaar in het algemeen de „„valsche houding en de onoprechtheid in onze handelingen, waardoor „„het publiek vertrouwen werd geschonden en alle toenadering van den Inlander tegengewerkt.'''''''' „Is het niet, als .waren deze volzinnen geschreven voor Palembang? (2) „Ik vermeen alsnu duidelijk genoeg aangetoond te hebben, dat onmiddellijk toezicht door Europeesche ambtenaren op het Inlandsch bestuur onvermijdelijk is „dat de rijksbestierder de groote tegenstander is van de vestiging van zoodanig toezicht „dat de rijksbestierder èn de intellectueele, èn de moreele eigen schappen mist, om, zelfs onder gewone omstandigheden, aan hem te kunnen toevertrouwen „het bestuur" over, en de „verantwoordelijk heid voor de rust" in de binnenlanden „dat een rijksbestierder, regent of hoe men hem noemen moge, dat is een Inlandsch ambtenaar, met direct gezag bekleed over ge heel de binnenlanden, eene anomalie is „dat het bedenkelijk is, bij een stelsel te volharden, hetwelk meer en meer in hem zou concentreeren alle kennis van, allen invloed in, alle gezag over de binnenlanden, en ons zou maken, gelijk wij het helaas door het verlaten van de wijze aanbevelingen van den Com missaris Yan Sevenhoven maar reeds al te veel zijn, ten speel bal van den rijksbestierder niet-alleen, maar zelfs van vele ellendige hoofden en kwaadwilligen in de binnenlanden; „dat gelukkig, hoewel tegenover de Eegeering als ter sluiks, is 1889, Dl. I. lr (2). Dit werd geschreven in 1850. Sedert 1874 zou men moeten zeggen „voor Atjeli." Steeds kan men in Indië de herhaling opmerken van dezelfde fouten, om dat men de lessen der geschiedenis niet kent, of niet ter harte neemt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 240