228 tot stand gekomen een door den rijksbestierder op alle mogelijke manieren tegengewerkt, maar desniettemin krachtig en populair Eu- ropeesch beleid over het bestuur der divisiën Ogan Oeloe enKo- mering Oeloe, onder de ambtenaren Yan den Bossche en Wal 1 an d „dat het volharden bij de laatste voorschriften, om den rijksbe stierder meer en meer in zijn gezag en aanzien te bevestigen, moet leiden tot het totaal verlies van ons politiek gezag in de residentie Palembang; „dat de rijksbestierder, niettegenstaande de hem met kwistige hand toegedeelde gunsten, bij de vele échecs die zijne droomen van tegen woordige en toekomstige grootheid geleden hebben, voor het tegen woordige niet anders dan inwendig onvergenoegd kan zijn; dat hij Neerland's vriend niet is en nimmermeer worden kan; en dat onder nioeielijke omstandigheden, b. v. bij eenen oorlog met eene Europeesche mogendheid, van hem geene krachtige medewerking, maar wel verraad te wachten is, te eer wegens zijne steeds be narde geldelijke omstandigheden „dat zijn invloed en macht zoo groot niet zijn als hij zelf die ge schat heeft tengevolge van de politiek die, voortspruitende uit ver schillende bronnen, ten zijnen aanzien betracht is geworden, en als de Regeering die misschien nog schat tengevolge van de bij haar ingekomen rapporten en adviezendat die invloed en macht in het niet terugzinken, zoodra het Gouvernement hem openlijk zijn steun ontneemt. In geboorte staan vele Palembangsche grooten ver boven hem, zonder daarom den minsten invloed te bezitten „dat op den tegenwoordigen voet niet langer kan noch mag wor den getemporiseerd, daar er wrijving bestaat die onvermijdelijk op stand tot uitkomst moet hebben als er niet spoedig verandering komt. Naarmate de uitdrukking der Europeesche heerschappij onbeduidender, de heerschappij van den rijksbestierder meer geldend en gewettigd zijn zal, zal er hoe langer hoe meer botsing ontstaan, totdat de over moedige partij tot dadelijkheden overslaat. De teekenen hiervan doen zich reeds voor! „Den dood des rijksbestierders te willen afwachten, kan een ge duld van 20 jaren vorderen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 241