230
geen bloed vloeien zal. In ieder geval is eenige tijdelijke ver
meerdering van macht noodig; bij toetreding tot mijn voorstel
houd ik eene compagnie infanterie en een detachement (20 man)
artillerie, behoudens completeering der aanwezige macht, voor voldoende.
„Het ontslaan van den rijksbestierder zoude ik wenschen gepaard
te doen gaan met de toelegging van een pensioen van f 500
's maands, intrekking van het vruchtgebruik der landen Ba tang
Lekoh en Dawas en kwijtschelding der bij zijne pensionneering
nog van het laatste voorschot aan te zuiveren gelden."
Aldus Meis, van wien de Regeering verwacht had dat hij, meer
dan zijn voorganger Steinmetz, „volgens de inzichten der Regee
ring het bestuur voeren zou".
Zeiden wij te veel, toen wij verklaarden dat Steinmetz spoedig
schitterend gerechtvaardigd werd? Door al hetgeen later voorviel
en door de nadere verslagen van De Brauw, was dat intusschen in
nog hoogere mate het geval, gelijk o. a. beneden in ons zesde
hoofdstuk zal blijken.
Wordt vervolgd.)
E, B. Kielstra.