235 Op Kota Radja stond oorspronkelijk een bamboe hospitaal. Voor zoover ik hierover berichten heb kunnen inwinnen, voldeed dit uit een hygiënisch oogpunt en al ware dit nu niet het geval, dan neem ik het als voorbeeld aan. Later heeft men te Panteh Perak een vast gebouw gezet om het oude te vervangen. Het gouvernement heeft niet geschroomd meer dan een millioen aan deze mooie inrich ting ten koste te leggen om de zieke militairen naar behooren te verplegen. Want mooi is dat nieuwe hospitaalin Europa, natuurlijk naar omstandigheden gewijzigd, zou het misschien vermaardheid be zitten. Maar.... fatale maar! het is er niet gezond. Of is het niet een moeielijk te weerspeken feit dat er lijders zijn die juist in dat hospitaal beri-beri gekregen hebben? Is het niet een feit dat er meerdere patiënten geweest zijn en misschien nog zijn, die met andere ziekten, bijv. beenzweren, in het hospitaal opgenomen, dit eerst verlieten om met beri-beri geëvacueerd te worden. Ik laat nu den tamelijk snellen voortgang van het ziekteproces bij opgenomen beri- berilijders en de volstrekt niet zeldzame malariakoortsen buiten rekening. Wat hebben we aan dit prachtstuk, zoolang de soldaat en met reden beweert, als wij naar het hospitaal gaan, krijgen wij beri-beri. Deze inrichting, die een zoo belangrijke rol in Atjeh speelt, is eer een depot voor evacuatie dan een toevlucht voor zieken. Een belangrijke, een tergend belangrijke rol speelt het hospitaal van Panteh Perak. Eenmaal zelfs hoorde ik een snuggeren krijger be weren dat men de postenlinie om het hospitaal heengelegd had. De man meende werkelijk dat men een hospitaal te Panteh Perak geplaatst en nu een postenlinie aangelegd had om het te beveiligen. Bittere ironie in het kleed der onnoozelheidZou Prof. Pekelharing, zoo vroeg ik mij af, van zijn staudpunt een rigoreuse desinfectie van het hospitaal aangeraden hebben, indien dit een tijdelijk, minder kostbaar gebouw geweest ware of niet veeleer vernieting en wellicht verplaatsing als preferent beschouwd hebben Maar het ging nu niet aan, een gebouw, dat zooveel gekost had, voetstoots aan de beri-beri op te offeren. En wanneer zich de meening dat de miasmatische bodem de hoofdschuldige is, die zich klaarblijkelijk baan breekt, tot theorie verheft, wat moeten we dan met ons mooie vaste hospitaal beginnen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 248