250 44. De redactie van die paragraaf is vrij onduidelijk en de uit voering van het commando „rechtsomkeert halt" (ook „halt") dikwerf zeer gecompliceerd. De eenvoud om door rechts op te marcheeren, altijd den oorspron- kelijken colonnevorm te herkrijgen, is niet te vatten. 48. Zoo laat ook menigeen onbevredigd de voorgeschreven directieveranderirg van een „en échelonopgesteld bataljon, omdat wanneer de tusschenruimten van de compaguieën niet groot doch de échelonsdiepte daarentegen wél groot is, de frontveranderingen al zeer moeielijk uit te voeren zijn. 58. De wijze, waarop in bataljonscolonne moet worden afge marcheerd, is niet nauwkeurig omschreven. Moet de divisie eene divisiediepte rechtuit marcheeren, alvorens te zwenken, of zwenkt zij dadelijk. Het laatste is niet mogelijk, als het bataljon in massa opgesteld is. Voorts zouden wij ook in de Bataljonsschool wenschen opgenomen te zien, dat de compagnieën altijd bij hun administratief nummer worden aangeduid; de zeer weinige gevallen en dan toch altijd de minderheden, waarop mede sommige compagnieën worden aangevuld met manschappen van eene andere compagnie, zouden tot geene moeielijkheden leiden. Voorschriften voor liet gevecht. (1) Een reglement dat de billijkheid gebiedt zulks te erkennen uitstekend in elkaar gezet is. Een niet te noemen tal van onver beterlijke wenken worden daarin den bevelvoerders gegeven. Noch tans moeten ons een paar vragen uit de pen, o. a. betreffende 27 en 63. In de eerste paragraaf is bepaald, dat bij het aanvallend gevecht van de compagnie het verspreiden van de groepen op last van den sectiecommandant geschiedt, terwijl volgens de laatste para graaf bij het aanvallend gevecht van het bataljon, dat recht tot versprei den den sectiecommandant wel beschouwd ontnomen wordt. Geheel onnoodig, meenen wij. (1) Ook in dit reglement is in 29 stellig bij abuis nog eens van „passen"in stede van „Meters" gesproken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 263