251 63. Zoo is het commando van den bataljonscommandant onzes inziens te sterk gecentraliseerd, waar het dien chef aanwijst, om de gesloten groepen op zijnen last te doen oplossen. Dat kan waarlijk toch wel aan den compagniescommandant overgelaten zijn. 33. Het is niet duidelijk, of bij den stormaanval van de com pagnie alle luitenants, die in de gevechtslinie zijn, de soldaten moeten voorgaan met of zonder den kapitein, met andere woorden of de kapitein al dan niet achter den stormenden troep blijft, dan wel zijne soldaten mede voorgaat. Hiermede is onze wandeling door de nieuwe scholen der infanterie afgeloopen. Voorzeker heeft het wapen der infanterie door de invoering van die scholen eene flinke schrede naar voren gedaan, waarvan ieder officier te meer overtuigd zal worden naar de mate de zuurdeesem van al dat nieuwe den soldaat doortrokken zal hebben. Dit proces wordt sterk tegengehouden door de harde noodzakelijk heid, om voor de aanvulling van Atjeh steeds een aanzienlijk deel in den Archipel te doen reizen en tweedeus wijl een groot procent militairen in de hospitalen ligt. Dat schoolverzuim om een onderwijzersterm te bezigen wordt er te bedroevender om, wijl ook de officieren van eene compagnie zoo vaak verplaatsing ondergaan en zoodoende op verre na niet die resul taten verkregen worden, als gewenscht zijn. Een infanterieofficier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 264