254
officier en 100 man derwaarts zenden om Debeb te vatten.
Ten slotte werd hem groote voortvarendheid en de stiptst.e geheim
houding aanbevolen.
Adam Aga kreeg last de colonne op een dagmarsch afstand te volgen.
Kapitein Cornacchia marcheerde des avonds van den 2en Augustus
af en vereenigde zich den 3™ met de 200 man, die reeds te Uaha
waren aangekomen. Adam Aga volgde met zijne colonne den
3on Augustus.
Instede van de onderneming geheim te houden, verzamelde kapitein
Cornacchia dien dag zijne officieren, benevens de Inlandsche officieren
en hunne kondschappers, maakte hun het doel der onderneming be
kend en vroeg hunne meening omtrent de beste wijze om daarin te
slagen. Wanneer men nagaat, dat sommigen van die Inlandsche kond
schappers met geweld opgeroepen waren en gebonden werden mede
gevoerd, moet men erkennen dat het vertrouwen van den kapitein
hier al zeer lichtvaardig werd geschonken. Het is niet te verwonderen
dat deze lieden, die in de onderneming weinig lust hadden, de
moeielijkheden van het te doorloopen terrein dat in werkelijkheid zeer
goed was, in erge mate overdrevenhet vertrouwen van kapitein Cor
nacchia op den goeden afloop werd daardoor geschokt, zooals ook
blijkt uit een brief, dien hij aan den bivakcommandant te Arkiko zond.
Die brief luidde ongeveer als volgt
Uaha, 3 Aug. 1888. 3 u. 25 min. n. m.
„Yolgens mededeelingen van de bij mijne colonne ingedeelde kond
schappers moet Debeb in Saganeiti 870 man vereenigd hebben, waarvan
470 met geweren en 400 met lansen en sabels bewapend36 geweerdra-
genden vormen de lijfwacht van Debeb en bewaken diens woning.
„De ligging van Saganeiti is zeer sterk; de plaats ligt op een
steile hoogte, men kan ze slechts langs een smal pad bereiken, waar
langs niet meer dan 3 man naast elkander kunnen marcheeren en
dat geen ontwikkeling ter zijde toelaat. Men zegt dat op dat pad
vroeger een kleine troep Assaortynen talrijke Abessinische strijdkrach
ten met succes heeft tegengehouden.
„Debeb zou reeds van mijne aanwezigheid te Uaha verwittigd