255 zijn; het gelukken der onderneming is dus twijfelachtig. Ik ruk daarom niet aanstonds heden avond met mijn afgematten troep op, die van de buitengewone hitte veel last heeft gehad. Bovendien zou ik dan te Riot moeten overnachten, waar veel herders en karavanen doortrekken. „Ik tracht dus het doel van mijn marsch te verbergen doorheden en van nacht te Uaha te blijven en morgen snel voorwaarts te rukken met mijn uitgerusten troep kan ik dan in één dag Saganeiti bereiken. „Debeb heeft op een dagmarsch afstand sterke detachementen staan, die hij spoedig bij zich kan aantrekken. Ik acht het daarom raad zaam Adam Aga op geringer afstand te doen volgen dan eerst is gelast, om hem c. q. tot mijne ondersteuning te kunnen oproepen. „Zooeven zond ik drie kondschappers ter verkeuning naar Saganeiti zij zullen zich morgen gedurende den marsch weer bij mij voegen." De commandant van Arkiko, kolonel San Martino, antwoordde aan Cornacchia, dat Adam Aga geheel te zijner beschikking was. Toen generaal Baldissera uit dezen brief kennis kreeg, dat de onderneming een geheelen dag was vertraagd en dat drie kondschap pers naar Saganeiti vooruitgezonden waren, terwijl hij bovendien tusschen de regels het weinige vertrouwen van den aanvoerder las, begreep hij dat het welslagen zeer twijfelachtig was en gaf hij den commandant van Arkiko telegraphisch last, Cornacchia zoo mogelijk onmiddellijk terug te roepen. Maar ongelukkig was dien morgen de telegraphische gemeenschap tusschen Massouah en Arkiko verbroken, zoodat het telegram door een Bashi-Bozoek moest worden overgebracht en te laat aankwam. De commandant van Arkiko antwoordde dat terugroeping niet meer mogelijk was daar de last daartoe niet vóór de colonne zelve te Saganeiti kon zijn. Alleen waren nog vivres nagezonden voor een eventueelen vertraagden terugkeer. Generaal Baldissera wachtte daarop den loop der gebeurtenissen af. Den 5en Augustus kwamen geen rapporten te Massouah binnen. Den 6en telegrapheerde kolonel San Martino van Arkiko, dat volgens bij hem ingekomen berichten de aanval vermoedelijk dien morgen had plaats gehad.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 268