259
oorlog den generaal Baldissera aanstonds ter verantwoording, waar
om hij tol die onderneming last had gegeven, zonder daartoe eerst
machtiging te vragen bij het departement van oorlog. (1)
Baldissera verantwoordde zich daarop ongeveer als volgt
„Als mijne instructies goed waren uitgevoerd, dan had de onder
neming tegen Debeb, zelfs als zij mislukt was, geen slechte gevolgen
kunnen hebben, noch in militairen noch in politieken zin.
„Debeb is overal gehaat en gevreesd. Volksstammen, die zich
uit eigen beweging onder de bescherming onzer vlag hebben gesteld
en die wij dus verplicht zijn te beschermen, worden door hem over
vallen, gebrandschat en uitgeplunderd. De onderneming tegen
Saganeiti was dus rechtstreeks noodzakelijk ter beveiliging van de
aan ons onderworpen stammen. Dat ik zóó ver (Saganeiti ligt op
80 KM. afstand van Massouah) liet vooruitrukken, was een gevolg
van mijne overtuiging dat ik Debeb op geen korten afstand zou
kunnen krijgen. Reeds sedert twee maanden was ik nauwkeurig
over zijn doen en laten ingelicht; ik kende zijne voornemens, als
ook het terrein in den omtrek van Saganeiti. Wetend dat Debeb
op het punt stond nieuwe strooptochten te ondernemen, achtte ik
het oogenblik van handelen gekomen en dat ik dit deed zonder
machtiging van het departement van oorlog, geschiedde:
1°. omdat ik meende niet buiten mijne instructie te gaan, daar het
hier eene handeling uit den kleinen oorlog gold, die ondernomen
werd met hulptroepen en alleen tot afweer diende van een dreigen
den aanval van Debeb op onze beschermelingen
2°. omdat zelfs meerdere telegrammen niet voldoende zouden ge
weest zijn, den ingewikkelden toestand duidelijk te schetsen
3°. omdat ik de onderneming geheel als een eenvoudigen veilig
heidsmaatregel beschouwd wilde hebben.
„Zooals ik verder reeds de eer had Uwer Exc. mede te deelen,
heb ik in 't geheel niet bedoeld een geregeld gevecht te doen leveren
en heb ik bij alle besprekingen met kapitein Cornacchia hem her
haaldelijk met nadruk gelast om, wanneer de overvalling niet gelukte,
dadelijk terug te trekken."
Dl. I, 1889. 17
(1) De civiele en militaire bevelhebber te Massouah schijnt dus geen vergunning
te hebben eigenmachtig buiten de geconcentreerde Italiaansche stelling op te treden.