262 Eq nu hij tevens in de couranten een bericht had gelezen dat een detachement van dat leger bij het uiteendrijven en gevangennemen van een troep oproermakers in de residentie Solo noodeloos eenige personen, waaronder twee vrouwen en een kind, had doodgeschoten, wilde hij tegen zulke gruwelen protesteeren. Voorzeker zou het zonder noodzaak dooden van weerloozen het Indische leger niet tot eer strekken. Het feit, waarop de heer D. N. zich beriep, bleek echter in de eerste courantberichten ten on rechte te zijn beoordeeld. Bij later nauwkeurig onderzoek is geble ken, en ook door die couranten erkend, dat de militairen met de meest mogelijke gematigdheid zijn opgetreden en de vrouwen met het kind den dood slechts te danken hebben aan het zich verschuilen, waardoor zij niet werden gezien en zoodoende zonder opzet door de voor anderen bestemde kogels getroffen. De woorden van den heer D. N. gingen niet zonder protest voorbij. De heer Levyssohn Norman wees aanstonds op die latere en jui stere lezing, die toen juist in Nederland was bekend geworden. De heer Van Vlijmen verklaarde dat bovendien, al ware het eene enkele maal mogelijk dat troepen, ook tegen den wil hunner bevelhebbers, bevelen tot het sparen van tegenstanders overtreden, dit nog geene reden zoude mogen zijn om op het geheele leger een smet te werpen. Het antwoord van den Min. van Koloniën aan de verschillende sprekers hebben wij reeds voor 't grootste gedeelte bij de door hen behandelde onderwerpen vermeld. De andere punten werden als volgt beantwoord. Ten opzichte der manoeuvres herhaalde de Minister wat hij reeds vroeger schriftelijk daarop had geantwoord. Hij wilde er nl. dit jaar geen geld voor uittrekken. Wij kunnen dit niet geheel afkeuren. Dat de Europeesche legers, die elk oogenblik voor de kans staan plotseling gemobiliseerd te worden en den oorlog te moeten gaan voeren, zich jaarlijks in dien oorlogs toestand oefenen, is zeer begrijpelijk. Voor het Indische leger is de kans om tegenover een Europeeschen vijand te staan echter veel geringer. Hoe nuttig nu ook de oefening in die oorlogvoering zij, het is o. i. niet noodig die nu bepaaldelijk elk jaar te houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 275