268 volgens het bestaande Reglement, toe te schrijven is, dat onze mili taire brandweer op lange na niet dat zal presteeren wat met ons goed brandbluschmaterieel, gepaard aan oordeelkundige oefening van het brandpiket, verwacht zoude kunnen worden. Een groote grief, die schrijver tegen de voorschriften in het al gemeen en het Reglement in 't bijzonder heeft, is dat zoo weinig, ja nagenoeg in 't geheel geen rekening gehouden is met het gebruik der' zgn. brandbluschmiddelen, en blijkbaar verondersteld wordt dat voor de handige en practische aanwending daarvan geen oefening noodig is. Dat materieel wordt wél voorgeschreven, aanwezig te moeten zijn, maar verder trekt men er zich niet veel van aan. Verwondering kan het dan ook niet bareu dat door menigeen die voorwerpen als onnutte dingen beschouwd worden. Ja zelfs hoorde schrijver, tot zijn niet geringe verwondering, onlangs van ter zijde iets over het voornemen om o. a. de brandzeilen te laten vervallen. Zekerlijk heeft degeen van wie dat idee is uitgegaan, zich geen goede voorstelling gemaakt van een brand in Indische gebouwen, vooral in militaire gebouwen, die in den regel nog al vrij dicht bij elkaar staan, en waarbij zeer dikwijls de brandzeilen en brand- haken een grootere rol zullen vervullen dan de spuiten zelf, ten einde grootere rampen door uitbreiding van den brand te voorkomen. Hetgeen volgens schrijvers meening, gegrond op practische onder vinding, in het bestaande Reglement op de bediening der brandspuit niet goed is, heeft hij op schrift gesteld in den vorm van: I. Algemeene beschouwingen en II. Aanteekening, paragraafsgewijze, op het Reglement en geeft hij dit hier ter beoordeeling aan de lezers. Ten einde echter het verwijt te ontgaan van wel te willen afbreken wat niet goed is en niets daarvoor in de plaats te geven, wordt hier aan toegevoegd III. Eene Proeve voor de samenstelling van een ander Reglement op de bediening; aan de verschillende heeren brandspuitmeesters het oordeel overlatende, of zij dit in de plaats van het vigeereude gesteld zouden wenschen te zien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 281