274
4c. (al. 1) „Neemt (de) gereedschappen."
De 6 eerste nummers begeven zich in het brandspuithuis, NJ.'a 1,
3 en 5 rechts, N°.'s 2, 4 en 6 links van de spuit, nemen het dekkleed
af en de stopwiggen onder de raden weg en brengen de spuit zoo
ver buiten de bergplaats, dat de toegang geheel vrij is, waartoe de
N°.'s 14 aan het trekhout van den handboom trekken en de N°.'s 5
en 6 ter hoogte van den achterkant der raden duwen.
(al. 3). N°.'s 13 en 14 nemen elk een lantaarn (bij nacht onmiddel
lijk te ontsteken), N°. 14 bovendien een slangophouder met lederen
strop, dien hij over den linker-, en het ophaaltouw, dat hij over
den rechterschouder hangt.
N°.'s 7 12 nemen elk twee brandemmers, welke zij aan den linker
arm hangen en plaatsen zich daarna met de N°.'s 13 en 14 op twee
gelederen achter de spuit.
(al. 6). De reserveploeg treedt vervolgens de bergplaats binnen
en voorziet zich van de brandbluschmiddelen, welke door den ser
geant dier ploeg worden aangewezen, namelijk brandemmers, en zoo
noodig brand- en dakladders, brandhaken, brandzeilen en, waar aan
wezig, de veiligheidskap.
De verrichtingen van ieder man volgens dit Regl. zijn zoo vele, dat de sergeant
daarvoor zeer langen tijd noodig zoude hebben om allen met alles bekend te maken,
en zouden de manschappen het ook niet onthouden.
Nog daargelaten dat voor alle verrichtingen te veel personen aangewezen zijn, is alles
zoo onregelmatig en zonder stelsel door elkaar geworpen, dat het voor den man
moeielijk te onthouden is. De geheele bediening is zoo gecompliceerd, dat iemand
al bij het lezen de nummers voor de oogen dansen. De instructie moet dan ook
geleidelijk, gedurende de oefening, practisch gegeven, de theorie vereenvoudigd en
de verrichtingen meer stelselmatig verdeeld worden.
i_4 aan het trekhout van den handboom! daar is voor geen vior man plaats
zonder dat zij elkaar hinderen bij het loopen, doch wel kunnen 4 man duwen aan de
spuit, als 2 man dat niet af kunnen.
Wat moeten die N°.'s 13 en 14 met die lantaarn over dag doen, die staan alleen in
den weg.
Waarom nemen die N°.'s 7—12 elk slechts 2 brandemmers mede aan den linkerarm?
Zij kunnen er gemakkelijk 4 dragen; en van de thans ia gebruik zijnde, van gegalv_
ijzer, zelfs 8, twee aan twee in elkaar gezet en dan in elke hand 4 stuks. Nu blijft
dat alles voor de reserveploeg, die toch volgens de verdeeling van dit Regl. niet
half genoeg is voor het medenemen van al het andere materieel.