278 - (al. 16). Naarmate de manschappen hunne verrichtingen hebben volbracht, komen zij bij de spuit terug en plaatsen zich als volgt N°'s. 1, 2, 8 en 4 buitenwaarts aan den voorsten 5 en 6 binnenwaarts aan den voorsten 7 en 8 achtersten 1 E 9,10,11 en 12 buitenwaarts J de oneven nummers aan de rechter- en de even nummers aan de linkerzijde van de spuit. (al. 18). De reserveploeg stelt zich, na hare brandbluschmid- delen op een geschikte plaats te hebben neergelegd, als volgt N°'s. 16 met den korporaal voor, en de N°'s. 7 12 met den ser geant achter en allen frout makende naar de spuit. 10e. Om weder aan te vangen: „Water". Het pompen wordt hervat en de korporaal laat het water weer springen. zou men denken, nu gaan zij naar de spuit terug! Neen waarlijk niet! ze gaan nu de slangen aanschroeven, daarvoor hebben zij immers die ijzeren pen ontvangen. Dat op elk plaatsje, waar twee slangen aan elkaar verbonden moeten worden, reeds van elke slang twee man aanbrengers, totaal 4 man, plus de korporaal on N°. 14, dus in 't geheel 6 man staan, doet niets terzake; zij hebben de ijzeren pennen en moeten dus aan 't schroeven gaan en het 8-tal volmaken. Dat bij een dergelijke ver deeling van werk de werkzaamheden niet spoedig vorderen kunnen, laat zich begrijpen. (Aanmerking). Deze aanmerking is al weer niet op hare plaats tusschen den tekst in. Twaalf man bezigt men dus voor het pompen! Zij kunnen waarlijk nauwelijks plaats voor hunne handen aan de pompstokken vinden. Krachtsinspanning wordt er niet bij gevorderd; 6 man kunnen zonder meerdere inspanning datzelfde werk ver richten. Vermoeiend is het alleen door de aanhoudende eigenaardige op- en neer- waartsche beweging van armen en bovenlijf, en dddrom moet veelvuldige verwisseling der pompers plaats hebben. En juist daarom moet men spaarzaam zijn met de krachten en niet 12 man vermoeien, wanneer 6 man datzelfde werk kunnen verrichten. Dan hadden zij die gereedschappen ook wel in het brandspuithuisje kunnen laten. Zij worden aangewezen tot reservepompers. "Vervangers voor hen, om de mede gebrachte brandbluschmiddelen te bezigen, zijn er niet, daaraan is in het geheele reglement niet gedacht. Dit is overbodig, het wordt reeds in 8 omschreven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 291