284 In Britsch-Indië heeft de commandant van het leger, Sir Frede rick Roberts, 74500 man Europeesche troepen onder zijne bevelen; hiervan bevinden zich in Bengalen 47000 man met 6300 paarden en 174 veldstukken, ingedeeld in 6 regimenten cavalerie, 53 batte rijen artillerie, 1 compagnie genietroepen en 33 bataljons infanterie. De provincie Bombay heeft 11000 man, 2000 paarden en 78 stukken, ingedeeld in 1 regiment cavalerie (in December 1888 nog onderweg naar Indië), 20 batterijen artillerie, 1 compagnie ge nietroepen en 8 bataljons infanterie. In de provincie Madras (met inbegrip der garnizoenen in Beneden-Birmah) bevinden zich 13000 man, 2400 paarden en 66 stukken, ingedeeld in 2 regimenten cava lerie, 14 batterijen artillerie, 1 compagnie genietroepen en 9 batal jons infanterie. Het bezettingskorps in Opper-Birmah is zeer verminderd en telt slechts 3000 man, nl. 1 bergbatterij en 3 bataljons infanterie. (1) In het rijk in Europa eischt Ierland eene betrekkelijk sterke be zetting; er bevinden zich daar 28000 man met 3700 paarden en 52 stukken geschut. In het rustige Schotland daarentegen liggen in 't geheel slechts 3700 man in garnizoen, met 400 paarden en 4 stukken. De overige troepen bevinden zich in eigenlijk Engeland de sterkste troepen verzameling is die te Aldershot, waar eene divisie van 13000 man, 3000 paarden en 42 stukken geschut steeds zoo veel mogelijk op voet van oorlog wordt onderhouden. Op de Normandische eilanden liggen ongeveer 1700 man. Het Egyptische bezettingskorps is in 1888 met 1000 man ver minderd; het telt nu, het garnizoen van Soeakim daaronder be grepen, 4000 man en 300 paarden met eenige stukken batterijgeschut. Gibraltar heeft een garnizoen van 5000 man, Malta van 7000, Cyprus van 1000. In Zuid-Afrika heeft men 4300 man en 750 paarden; op de etablissementen ter Westkust van Afrika 1000 man; op Sint Helena 250 en op Mauritius 450 man. In Hongkong en de Straits Settlements liggen in garnizoen 2700 (1). Bij zulk eene geringe bezetting in een pas onderworpen en zoo uitgebreid ge bied is liet geen wonder dat men weer allerwege lioort van opstanden en onlusten in Opper-Birmah.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 297