288
treden of in de gevallen, bedoeld in 34 van het Voovschvift tot het
houden van oefeningen. De signalen, in die genoemd, worden uitslui
tend op last van den Leider gegeven.
SCHIJNGEVECHTEN.
10. De uitslag van een gevecht hangt in de werkelijkheid af van
omstandigheden, die zich bij de oefeningen in vredestijd in het geheel
niet of slechts in geringe mate doen gevoelen.
Ofschoon bij deze oefeningen 's vijands vuur geen verliezen toebrengt
en het moreel der troepen niet schokt, moet toch ieder Commandant steeds
nagaan, welken invloed in de werkelijkheid de verschillende omstandig,
heden en vooral het vijandelijk vuur op den toestand en de handelingen
zijner troepen zouden hebben. Hiernaar moet de verdediger beslissen, of
hij zijne stelling behouden kan, de aanvaller, of hij den aanval kan door
zetten.
11. Niet altijd zal echter de toestand der eigen troepen en vooral
die der tegenpartij juist beoordeeld worden, volgens hetgeen in de wer
kelijkheid zou plaats hebben, en zijn dus hierbij verschillen in de be
oordeeling niet geheel te vermijden. Leidt dan ook die beoordeeling niet
tot eene beslissing van den verdediger, om zijne stelling te verlaten, of
van den aanvaller, om den aanval als mislukt te beschouwen, dan houdt
de Infanterie op 30 passen van den verdediger halt en zet de geweren
af, in afwachting van de beslissing des Scheidsrechters.
Cavalerie nadert de tegenpartij niet dichter dan 30 pas.
12. Bij ontmoetingen van kleine patrouilles, die een gevecht moeten
ontwijken, trekt de zwakkere voor de sterkere terug. Zoo noodig gaan
daartoe de Commandanten elkander tegemoet en geven hunne sterkte op.
SCHEIDSRECHTERS.
13. De taak der Scheidsrechters is hoogst gewichtig. Zij moeten
zooveel mogelijk de indrukken en invloeden, welke zich in vredestijd niet
doen gevoelen doch in oorlogstijd den uitslag beheerschen, tot hun recht
doen komen.
Hun beslissingen hebben de kracht van hevelen, in naam van den
Leider gegeven.
De Leider treedt steeds tevens als Opperscheidsrechter op.
14. De Scheidsrechters moeten hun beslissingen uitsluitend gronden
op al die omstandigheden, welke in de werkelijkheid de overwinning of