289 de nederlaag zouden beheerscht hebben. Van groot gewicht zijn hierbij ook die moreele factoren, welke in vredestijd aan den dag komen, als orde en bedaardheid der troepen en beslistheid der bevelvoering. De Scheidsrechters mogen hun beslissingen niet richten naar den ge- wenschten gang of den uitslag der manoeuvre, waartoe slechts de Leider bevoegd is op de wijze, aangegeven in 8. 15. De Scheidsrechters overtuigen zich, dat hun beslissingen wor den uitgevoerd en geven van gewichtige uitspraken onmiddellijk kennis aan den Leider. De troepencommandanten zenden aan hun bevelhebbers dadelijk bericht van de uitspraken der Scheidsrechters en geven aan deze laatsten alle door hen verlangde inlichtingen. 16. De Leider stelt de Scheidsrechters vóór het begin der oefening in kennis met al hetgeen op den gang der oefening betrekking heeft, en wijst aan ieder zijn werkkring aan. Zoo mogelijk is ook bij het optreden van gedetacheerde troepenafdee- lingen steeds een Scheidsrechter tegenwoordig. 17. De Scheidsrechter, bekend met de maatregelen, de sterkte en den toestand van beide partijen, moet trachten den gang van zaken van te voren te overzien, ten einde te rechter tijd te kunnen ingrijpen. Waar in de werkelijkheid de beslissing door het vuur of de blanke wapens zoude worden verkregen, treedt de uitspraak des Scheidsrechters daarvoor in de plaats. Bevinden zich twee Scheidsrechters op hetzelfde punt, dan beslist de hoogste in rang. Eene beslissing, eenmaal uitgesproken, kan slechts door den Opper- scheidsrechter worden gewijzigd. 18. De Scheidsrechter deelt verder, waar noodig, aan de troepen commandanten zijn opmerkingen mede over de uitwerking van het vuur van beide partijen, opdat hiermede voortdurend rekening worde gehouden en handelingen in strijd met de werkelijkheid vermeden worden. 19. Behalve bij het uitspreken van beslissingen of bij het doen van mededeelingen omtrent vuuruitwerking, onthoudt de Scheidsrechter zich van alle inmenging. 20. De beslissingen van den Scheidsrechter bepalen zich tot de volgende a. dat eene afdeeling niet verder vooruit kan gaan; b. dat en waarheen zij moet terugtrekken en voor hoelang zij buiten gevecht gesteld is c. voor hoelang Artillerie buiten staat is zich te bewegen;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 302