300 Tinggi naar Goenoeng Kembang, met zijne pradjoerits en 67 soldaten onder den len luitenant W. J. Heisterkamp. Even voor het vertrek der troepen trachtte de pasirah, pangeran Ango Doeto, te ontvluchtenmaar hij werd nog tijdig gearresteerd, en had door zijne poging het feitelijk bewijs geleverd voor het verraad, waarvan men hem sinds lang met grond had verdacht. De pradjoerits werden, voordat de kleine expeditie Goenoeng Kembang bereikte, aan wal gezet met last, deze plaats van de landzijde te naderen. Des namiddags ten 4 ure kwam het militair detachement voor Goenoeng Kembang aan, waar men, evenals in het nevenliggende Pagar Besi, eene menigte volks, in oorlogs gewaad gekleed, voor zich zag. Beide doesoens, door een diep en dicht begroeid ravijn van elkan der gescheiden, hadden ééne landingsplaats; de oevers, 50 a 60 voet hoog, waren hiermede verbonden door wegen, welke sterk bezet waren. Zoodra het detachement in het gezicht kwam, openden de mui ters een vrij sterk vuur op de prauwen, dat wel slecht gericht was en alzoo geen uitwerking had, maar toch ten gevolge had dat de roeiers, ook door de dreigende houding des vijands, beangst werden en de prauwen de landingsplaats voorbij lieten drijven. Maar gelukkig geraakten de prauwen, 50 a 60 pas verder, aan den grond; eenige manschappen slaagden er in, door hun geweervuur de landingsplaats en de zich hier vereenigende wegen te doen ontruimen, en weldra waren nu al de soldaten ontscheept. Het eerst richtten deze nu hunne schreden naar Pagar Besi, dat na korten tegenstand in hunne handen viel; daarna werd Goe noeng Kembang, waar de vijand zich hardnekkig verdedigde, stormenderhand veroverd. Eerst nu hoorde men het geweervuur der pradjoerits, die van den goeden weg afgedwaald en daardoor eenigen tijd verloren hadden. Zij joegen eene vijandelijke bende, meest uit lieden van Ampat La- wang en Redjang bestaande, uiteen en raakten daarna slaags met den uit Goenoeng Kembang verdreven vijand. Deze betoonde groote stoutmoedigheid en naderde de pradjoerits tot op weinige passen, doch slechts met het gevolg dat hij groote verliezen leed in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 315