- 301 verhouding tot het gering aantal onzer strijders; 15 lijken werden dadelijk gevonden, de gewonden redden zich door de vlucht. De gevoerde gevechten hadden, aan onze zijde weinig nadeel ver oorzaakt een koelie was gedood, het divisiehoofd van deMoesi Oeloe was door een kogel het been verbrijzeld, maar geen soldaat of pradjoerit was getroffen geworden. Onder de vijandelijke aanvoerdeis werden de reeds genoemde Moeachim en Bachtiar, neef en aangenomen zoon van H an a pi, herkend; nader bleek dat de proatin van de doesoen Tamboeh zwaar gewond was geworden. Ofschoon De Brauw wel vermoedde dat na het behaalde succes geen verdere tegenstand meer zou worden ondervonden, zond hij vooi- zichtigheidshalve, op ontvangst der rapporten van VandenBossche, den 29en Maart den len luitenant H. M. A. Lat our met 25 man van Palembang naar Moeara Kling i, met de mededeeling aan Van den Bossche en Heisterkamp dat zij, zoo noodig, ook over deze troepen konden beschikken. Maar dit was niet meer noodig. Met de expeditionnaire colonne en zijne pradjoerits bezocht Van den B o s s c h e achter volgens alle doesoens, en overal had nu het verzet plaats gemaakt voor de meeste oudergeschiktheid. Moeachim kwam de expeditie in feestgewaad met de marga-prauw, waarop de Nederlandsche vlag geheschen was, onder gamelanspel te gemoet; ook Bachtiar haastte zich, zijne on derwerping aan te bieden. De bevolking bracht overal klachten in over haren pasirah, waar van de gegrondheid uit een gehouden onderzoek ten volle bleek en ook door hem-zelven erkend werd. Dientengevolge werd hij afgezet. Overeenkomstig de bevelen van De Brauw splitste Van den Bossche de marga in tweeën (Boelan Tengah soekoe oeloe enBoelan Tengahsoekoe i li r); deed nieuwe hoofden kiezen; trof met blijkbare instemming der bevolking verschillende regelingen, die de vroegere willekeur vervingenlegde de marga eene boete op voor het niet-leveren van koelies, tot een totaal bedrag van f 2120, welke boete gewillig betaald werd, en deed de voorhanden vuur wapens (77 geweren, 7 donderbussen en 2 lilla's) inleveren. Bij de verkiezing der nieuwe margahoofden bleek het dat pangeran Ango Doet o, Hanapi en hunne zoons de bevolking intimideerden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 316