- 20
glement iets aan te treffen, dat in onze reglementen uit den aard der
zaak ontbreekt.
In dat punt wordt namelijk het een en ander opgemerkt over de
aanwending van het pioniergereedschap, zoowel bij den aanval als bij
de verdediging.
Yoor de wijze, waarop dekkingen opgeworpen of tirailleurloop-
graven gemaakt worden, wordt verwezen naar het voorschrift
voor de oefening der infanterie in de pionierkunst; hier wor
den alleen eenige wenken gegeven omtrent het tactische gebruik
dier eenvoudige werken en gewezen op de groote diensten, die deze,
op het juiste oogenblik en op de goede plaats aangelegd, in het
gevecht kunnen bewijzen.
In punt 53 wordt allen aanvoerders aanbevolen, om reeds bij
vredesoefeningen hunne bevelen uit te vaardigen van de plaats, die
zij, onder dergelijke omstandigheden, in tijd vau oorlog zouden in
nemen, terwijl zij bij de toepassing van het verspreide gevecht vooral
moeten zorg dragen, dat samenhang, orde en leiding worden
gehandhaafd. De hoogere aanvoerders moeten er bovendien voor
waken, dat zij hun troepen ten allen tijde in de hand houden.
Aan den pelotonscommandant worden in het gevecht hoogst ernstige
verplichtingen op de schouders gelegd; hij kiest zijne plaats zoodanig,
dat hij een goed overzicht heeft over het vuur van zijne afdeeling,
terwijl hij, in verband met de door hem ontvangen aanwijzigingen,
dan wel op eigen gelegenheid zijnen manschappen het doel
aanwijst.
Hij tracht zooveel mogelijk in verband met zijn nevenpeloton te
handelen en overweegt reeds vooraf, hoe hij den vijand het beste kan
naderen, of er gelegenheid bestaat tot een omvatting, dan wel op
welke wijze hij het beste van de zwakke zijde van den tegenstander
kan gebruik maken. Is er gelegenheid, zich van een voordeelig
punt in 't terrein meester te maken, dan moet hij weten, in hoeverre
hij in zulk een geval op eigen verantwoording kan handelen.
De groepscommandant helpt den pelotonscommandant in elk op
zicht; hij houdt toezicht op de opstelling der tirailleurs, op het juist
stellen der vizieren, op het behoorlijk gebruik van het vuurwapen en
ten slotte op het munirieverbruik.