306 beleedigd. De veiligheid, tot in de onmiddellijke nabijheid van Tebing Tinggi, werd meer en meer door het volk van Amp at Law an g bedreigd; de steenbakkerij der genie werd in brand gestoken, een Inlandsch soldaat van het garnizoen van Tebing Tinggi werd vermoord; anderen, soldaten en koelies tot dat garnizoen behoorende, werden verwond, zelfs binnen de wallen der versterking Deze ergerlijke voorvallen deden den resident, den luitenant kolonel De Brauw, besluiten, thans gevolg te geven aan zijn reeds vroeger opgevat voornemen om zich in persoon naar de binnenlanden te begeven, dan Tebing Tinggi het eerst te bezoeken, hier, zoo mogelijk, met de beschikbare middelen eene betere regeling van de politie in te voeren, en vandaar zijne reis door Ampat Lawang te vervolgen, ten einde plaatselijk op te nemen wat tot beëindiging van den daar heerschenden staat vaD spanning, gistiDg en verzet zoude kunnen worden gedaan. Bij dergelijke inspectie-reizen waren de residenten steeds door den rijksbestierder vergezeld geweest. De resident De Brauw was echter van oordeel, dat hij den rijksbestierder, die nu sedert vijfjaren niet te Tebing Tinggi was geweest en wiens invloed aldaar dus eenigszins verzwakt was, niet moest medenemen, omdat „zijne ver raderlijke handelingen nu genoegzaam bekend waren, evenals zijne slechte politiek, die de ontbinding van alle gezag bevorderde; men moest vreezen dat zijn invloed weder zou toenemen indien hij medeging". De marga Boelan Tengah, „eerst kortelings door hem in verzet ge bracht, was nu in rust, maar hier was eene regeling getroffen, strijdig met het eigen belang van den rijksbestierder, en het zou dus verkeerd zijn hem door of in de nabijheid van die marga te breDgen." Daarentegen was het te vreezen dat de rijksbestierder zich be leedigd zou gevoelen, indien hij thuis gelaten werd, en des te meer buiten het Europeesch bestuur om zou intrigeeren. De resident meende de bezwaren te ontloopen door zijne reis voor te stellen als een gewone inspectie, door hem als militaire commandant over de troepen te houdenmaar weldra bleek, dat hij hierdoor geens zins zijn doel bereikte. Den 7en Juni vertrok hij per prauw van P a 1 e m b a n gden eersten dag langs de Moesi en verder de Lamatang op, totdat, den 13en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 321