319 verzekerde, en de bevolking geloofde het, dat de dooden weder levend werden en zich onzichtbaar bij hem bevonden. Dat hij den resident en de troepen met succes had weerstaan en tot den aftocht gedwongen, was in onbegrijpelijk korten tijd over de gansche residentie verspreid en indien de resident er niet in geslaagd ware, de colonne behouden te Tebing Tinggi terug te brengen, ongetwijfeld waren toen alle grensgewesten onmiddellijk in opstand gekomen Reeds kort na zijne aankomst te Tebing Tinggi ontving de resident berichten, die deden vermoeden dat waarschijnlijk verdere krijgsverrichtingen noodig zouden zijn om den heerschenden geest van verzet te bedwingen. Hij besloot daarop naar Palembang terug te keeren, ten einde door zijne tegenwoordigheid op de hoofd plaats aan de bevolking den indruk te geven dat de onlusten in de bovenlanden niet veel te beteekenen hadden, en aldus de in gisting gebrachte gemoederen in rust te houden. Op zijne reis derwaarts ontdekte hij, dat de oudste zoon van den rijksbestierder, paugeran Nat a di Radja, zich als divisiehoofd van Moesi IIir groote knevelarijen veroorloofde en eene aanzien lijke som aan landrenten had te zoek gemaakt. Dat de verhouding tusschen den resident en den rijksbestierder daardoor nog meer gespannen werd, ligt voor de hand. (Wordt vervolgd.) E. B. Kielstra.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 334