22
In het tweede gedeelte van de 2C afdeeling wordt het gevecht van
verschillende troepenafdeelingen behandeld en daartoe aangevangen
met dat van de compagnie.
Zooals het reglement opmerkt en voor Europa ook volkomen juist
is, komt de compagnie slechts zelden in de gelegenheid, een zelfstan
dig gevecht te voeren en treedt zij gewoonlijk op in verband met
de andere compagnieën van het bataljon, waartoe zij behoort. In In-
dië zijn andere toestanden waar te nemen; daar gebeurt het toch meer
malen, dat aan eene compagnie geheel een zelfstandige opdracht zal wor
den verstrekt. Daarom is in ons reglement dan ook ten rechte het gevecht
eener op zich zelve staande compagnie tot in bijzonderheden behandeld.
Doch, zegt het üuitsche reglement, ook in het bataljon is de zelf
standigheid eener compagnie groot te noemen.
Het steeds afwachten van bevelen zal het optreden op het juiste
oogenblik in de waagschaal stellen en is daarom af te keuren. De
zelfstandig door de compagniescommandanten te nemen besluiten
moeten evenwel steeds rekening houden met den eisch, om den sa
menhang met het bataljon te bewaren. In punt 92 vinden wij een
voorschrift, dat, naar onze bescheiden meening, de voorkeur verdient
boven do bepaling in 2 van ons Y. v. H. G\ dat steeds een ge
deelte der reserve, al is dit ook klein, moet worden achtergehouden,
ten einde voor onvoorziene omstandigheden beschikbaar te blijven.
Het Duitsche reglement zegt ten dezen opzichte, dat het oplossen
van de geheele compagnie, zoo eenigszins mogelijk, moet worden
vermeden of in elk geval, zoolang het gaat, moet worden uitgesteld.
Daarom moet de compagniescommandant er naar trachten, achter de
tirailleurlinie zoolang mogelijk een gesloten afdeeling te behouden.
Naar het ons voorkomt, geeft hier het Duitsche reglement een voor
schrift, dat gemakkelijker zal zijn na te komen dan het onze; terwijl
het toch in Duitschland niet verboden is, om bijv. bij den aanval in
't uiterste geval over de reserve te beschikken, is deze mogelijkheid
bij ons voorgoed buitengesloten, een omstandigheid, die wij, vooral
voor een afdeeling zoo klein als een Indische compagnie, bedenkelijk
en niet altijd in het belang der goede zaak achten.
Nadat het gevecht der compagnie is afgehandeld, wordt overge
gaan tot dat van het bataljon.