326
De spuit wordt nu weder op den wagen gebracht, waartoe N°'s.
3 0 haar bij de voorste handvatsels oplichten, terwijl N°'s. 1 en 2
den wagen met opgeheven handboom zoover er onder brengen dat de
sergeant den pal in den steunhaak kan doen vatten. De handboom
wordt nu gestreken, waarbij N0'8. 1 en 2 door N°'s. 3 en 4 geholpen
worden en N°'s. 5 en 6 de spuit van achteren (grijpende bij de achterste
handvatsels) helpen lichten. Daarop wordt de spuit op den wagen
nog zooveel vooruitgeschoven, dat de sergeant den pal kan lichten
en de pen van den steunhaak kan insteken.
Alle nummers plaatsen zich wederom als in den beginne; de N0'8.
7, 8 en 9 hernemen de brandemmers en op het commando
Spuit voorwaarts Marsch
wordt de spuit weggebracht naar de bergplaats.
8. Zijn bij nacht de lantarens medegenomen, dan worden deze
gedurende de voorbereidende bezigheden daar gebezigd, waar zij het
meest noodig zijn. Daartoe geeft de korporaal de door hem mede
gebrachte aan den sergeant, die ze éérst zal noodig hebben bij het
afnemen der spuit van den wagen en het aanschroeven der zuigbuizen
en ze daarna bij de spuit houdt. De andere, door N°. 10 mede-
genomene, wordt eerst door dit nummer vastgehouden om bij het
aanschroeven der slangen bij te lichten, en geeft hij ze daarna aan
N°. 9, die haar noodig heeft bij het op- en neergaan langs de slangen.
9 Aangezien het pompen, alhoewel geen groote krachtsinspan
ning vorderend, toch uiterst vermoeiend is door de onophoudelijke
abnormale beweging van armen en bovenlijf, zoo moeten de pompers
dikwijls, minstens om de 5 minuten, worden afgelost. Hiertoe wordt
een ploeg van zes reserve-pompers geformeerd, bestaande uit 4 man
der gereedschapsbediening, door den sergeant van die ploeg aan te
wijzen, en de N°'s. 7 en 8 van de spuitbediening, welke ploeg zich
op korten afstand van de spuit opstelt.
Het aflossen der pompers geschiedt op last van den sergeant en
wel man voor man, zonder met pompen op te houden.
Moet het pompen, bij een uitgebreiden brand, zeer lang worden
volgehouden, dan verzoekt de sergeant, door tusschenkomst van den