330
pen zijner ploeg water aandragen om met emmers de zeilen nat te
houden.
3. Het is noodig dat bij de exercitie dikwijls het gebruik dezer
gereedschappen beoefend wordt, voornamelijk het aanbrengen der
brandzeilen op daken van gebouwen die door den brand bedreigd
worden.
Daarbij worden aan Europeanen opgedragen de verrichtingen, die
meer bepaald pbysieke kracht vereischen, terwijl de Inlander meer
gebezigd wordt voor werkzaamheden, waarbij behendigheid op den
voorgrond staat, z. a. b, v. het klouteren op de daken tot aanbren
gen en bevestigen of het nat houden met emmers van de brandzeilen.
Opmerking omtrent het onderricht.
De theorie moet steeds gepaard gaan met de practijk en zich be
palen tot hetgeen de man noodig heeft te weten, om als spuitgast
goed bruikbaar te zijn. Lange theorieën over benamingen van onder
deden der spuit en de inrichting, waarmede de man niet te maken
heeft, die hij toch niet onthoudt en alleen tegenzin in de oefening
kweeken, zijn verboden.
De oefeningen moeten zich Diet bepalen tot het aan- en afschroe
ven der slangen en het pompen op de eerste de beste plaats, het
nemen en bergen der gereedschappen, of tot theorieën, waarbij de man
schappen om de spuit heen staandoch steeds moet ten grondslag
liggen een practische veronderstelling, door den brandspuitmeester
aan den sergeant op te geven, waarbij tevens gebruik wordt gemaakt
van de brandbluschgereedschappeh.
In hoofdzaak moet er op worden gelet, dat steeds het werk met
de uiterste bedaardheid wordt verricht, dat ieder het hem aangewe
zen werk doet zonder onnoodig geroep of geschreeuw, en vooral dat
de manschappen bij het verrichten hunner werkzaamheden elkaar niet
in den weg loopen of hinderen.
Een Brandspuitmeester.