334 ringen op het gebied der wapenen. (1) Wij gelooven, dat, onder „meer, eene voorname reden moet gezocht worden in de omstandigheid, „dat men meent, dat een repeteergeweer altijd veel zwaarder is dan „een gewoon geweer, en dat het patronenverbruik met zulk een „wapen altijd zeer toeneemt, waarom dit stelsel met het oog op de „eigenaardige Indische toestanden is at te keuren." Ik ben er zeker van, het gevoelen van het geheele officierskorps der N. I. Infanterie uit te drukken, als ik zeg, dat wij den kapitein JBrender a Brandis, die zoowel in als buiten Nederland als eene specialiteit op het gebied van het geweer vraagstuk bekend staat, zeer dankbaar zijn voor de moeite, die hij zich heeft willen geven, om een voor ons zoo hoogst belangrijk onderwerp in den Militairen Spectator te be spreken. Daardoor wordt de kans, om spoedig een beter geweer te krijgen, zeer veel grooter. Echter zij het mij vergund, tegen de in bovenstaande regelen (door mij met cursieve letters aangeduide) opmerking van den geachten schrijver in te brengen, dat reeds veel vroeger in dit tijdschrift met ernst is aangedrongen op de aanschaffing van een kleiuer-kaliber repe teergeweer, hetgeen blijkbaar de aandacht van den schrijver is ontgaan. Reeds in de April-aflevering van den vorigen jaargang (2) is gezegd, dat het niet alleen wenschelijk maar zelfs een gebiedende eisch was ornzoodra de quaestie der patroon opgelost zou zijn ten spoe digste aan den arbeid te tijgen om de Indische Infanterie van een geweer van kleiner-kaliber te voorzien, welk wapen tevens een repeteermechanisme zou bezitten (3). Voorts werd, door eene bespreking van de uitwerking van het infanterievuur in het gevecht, beproefd, de algemeeue grondslagen op te sporen, die tot uitgangspunt moeten dienen bij de keuze van ons toekomstig infanteriegeweer terwijl tevens het voornemen werd te kennen gegeven om de denk beelden over dat vuurwapen nader toe te lichten. (4) Aan dat (1) De cursiveering is van mij. De schrijver vermeldt in eene noot, dat in No. 10 jaargang 1888 van het I. M. T. door mij de aandacht op dit onderwerp wordt gevestigd. (2) Zie: Het kleinste kaliber, blz. 471. (3) Zie: blz. 472. (4) Zie: blz. 261, September-aflevering.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 349