23 Bij het begin van het gevecht, deelt de bataljonscommandant aan elk der compagnieschefs liefst wanneer deze allen tegenwoordig zijn zijn bevelen mede, die kort, duidelijk en beslist moeten zijn. Verder bemoeit hij zich eerst dan met de keuze van de middelen, wanneer hij ziet, dat verkeerde maatregelen van de compagnies commandanten het gevechtsdoel in de waagschaal stellen. Zijn hoofd streven, evenals dat van de kapiteins, moet zijn, om gedurende het ver loop van den strijd, het verband tusschen de compagnieën te bewaren. In de wijze, waarop het bataljon zich tot het gevecht ontwikkelt, wordt de commandant volkomen vrijgelatenhij heeft daarbij reke ning te houden met den vorm van het terrein en tal van andere omstandigheden meer, hem wordt echter vóór alles de eisch gesteld, om steeds de noodige krachten op het juiste oogenblik in 't gevecht te brengen, doch zich daarentegen voor alle overijling te dezen op zichte te hoeden. Deze regel alleen maakt, met al zijn schijnbaren eenvoud, de taak van den bataljonscommandant reeds uiterst moeielijk en verantwoordelijk. Aangezien bij een groote ontwikkeling in de breedte het verband tusschen de verschillende compagnieën gemakkelijk verloren gaat, is voor een strijdend bataljon in den regel een smal front en een op stelling der afdeelingen in de diepte verkieslijk. Yooral gaat deze regel op voor troepen, die in defensieve stellingen zijn geplaatst. Slechts zelden plaatst de bataljonscommandant zich in de voorste linie, gewoonlijk houdt hij zich op bij de achterstaande, nog gesloten afdeelingen, in elk geval op een plaats, vanwaar hij het gevecht van het door hem aangevoerde bataljon goed kan overzien. Zijn bemoeienis met het vuur der compagnieën bestaat dikwerf alleen daarin, dat hij zorgt voor munitieaanvulling van de gedeelten, die daaraan de grootste behoefte hebben. Het regiment is door zijn geschiedenis, door de eenvormigheid zijner opleiding, door den band, die zijne officieren verbindt en door de indeeling in drie of vier bataljons volkomen geschikt voor het leveren van zelfstandige gevechten. Ook de regimentscommandant bepaalt zich tot het geven van zijne bevelen aan de bataljonscom mandanten, doch laat dezen de wijze, waarop zij die orders wenschen ten uitvoer te brengen, geheel over.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 34