837 woordig schietwapen opgemerkt heb, kan ik niet instemmen met de sub A5, uitgesproken overtuiging, aangezien de daarbij bedoelde transformatie tot gewichtsvermeerdering leiden zou en zulks te minder omdat het doel van een repeteerwapen is, in een bepaald oogenblik meer schoten te doen dan met den gewonen achterlader. Niet alleen wordt dan de krachtsinspanning bij elk schot op zichzelf beschouwd grooter, maar ook moet zij, bij herhaling, met kortere tusschenpoozen worden betoond, waardoor de totale krachtsinspanning, in een be paald oogenblik geëischt, bij dat getransformeerd geweer aanmerkelijk grooter zou worden. Dit zou de vuurjuistheid, vooral die van den Inlander, ernstig benadeelen. Wel is waar, kan in dit bezwaar eenigszins worden tegemoet gekomen door bajonet verkorting, maar niet in voldoende mate, aan gezien deze laatste reeds thans meer dan dringend noodig is, om het totaal gewicht tot een eenigszins gunstig peil terug te brengen. Eerst dan, wanneer men er in geslaagd is, een zeer licht geiveer met beperkten terugstoot voor onze Infanterie te vinden, acht ik de aan neming van een repeteermechanisme geoorloofd en zelfs noodzakelijk- De in dit punt uitgesproken veronderstelling omtrent demogelijk heid van de bewapening der Europeesche compagnieën met repeteer geweren, terwijl de Inlanders dan den gewonen achterlader zouden behouden, acht ik uit een overweging van tactisch moreelen aard niet aanbevelenswaard. Sub B, 1. Dat het goed zou zijn, den soldaten een nieuw geweer in handen te geven, als zij te velde moeten trekken, kan ik niet toe geven. Hoe weinig het nieuwe van het oude wapen verschillen moge, toch zullen er onderlinge afwijkingen bestaan, b. v. in het gewicht en in de vizierindeeling. En dat men den soldaat nooit te velde mag zenden met een wapen, waaraan hij niet stelselmatig gewend is geraakt, is een regel, die ook voor het Indische Leger geldt en vooral voor den lnlandschen soldaat eeue zeer groote beteekenis heeft. Bovendien stelt de geachte schrijver als ik zoo vrij mag zijn, dit met bescheidenheid te zeggen zich den toestand van een expe ditiekorps te geïsoleerd voor. De verliezen, die zulk een korps lijdt, zijn voornamelijk wegens den moordenden invloed van het tropisch klimaat zeer groot, waardoor voortdurende aanvulling noodzakelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 352