EEN INFANTERIE-CHEF EN EEN COMMANDANT YAN HET YELDLECfER IN INDIË. Eindelijk!!! zoo kan thans de Infanterie hare blijde verzuchting slaken. Zoo zal zij dan spoedig, na jaren van strijd en van teleur stelling, haar eigen Chef verkrijgen. Aan hen, die dien strijd hebben aangebonden, die zich niet door teleurstelling lieten afschrikken, maar steeds bleven doorhameren op hetzelfde aambeeld, hetzij iu tijdschrift of dagblad, hetzij in officieele geschriften of in 's lands vergaderzaal, wat hooger waarde heeft, is zij grooten dank verschuldigd. Hij, die, hoewel op het moment minder geroepen daartoe, niettemin aan de oplossing van het hangende vraagstuk den laatsten stoot gaf de heer Rooseboom verdient van dien dank ongetwijfeld een groot aandeel. Thans dus zal de slagboom weggeslagen worden, die tot heden den weg tot opheffing der Infanterie afsloot; want de invoering der betrekking van Chef van de Infanterie mag slechts de eerste, of liever de oorsprong der weldaden zijn, waaraan het hoofd wapen zoo groote behoefte heeft. De werkkring van den aanstaanden Infanterie-chef zal hoogst ge wichtig zijn, gewichtiger dan eenige andere in het leger althans in den aanvang. Want in het hoofdwapen schuilen vele groote gebre ken, die bij het tegenwoordige legerstelsel onmogelijk te overwinnen zijn; het ontbreekt daarvoor aan algemeene controle, aan generale leiding, aan bepaalde wilsuiting. De veelhoofdigheid van het bestuur over de Infanterie is noodwendig eene belemmering tegen hare ontwikkeling, er kan geene eenvormig heid zijn. Nu eens wordt een troepencommando uitmuntend, met toewijding waargenomen en de voordeelen springen duidelijk in het ooger heerscht korpsgeest, kameraadschap, opgewektheid, de oefening is uitnemend, verslapping onbekend, ook na de grootste krachtsin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 356