348 ten eenenma.le ongeschikt zijn. "Want die troependienst is niet zoo eenvoudig, meneer de bureaulist of andere speciale-betrekking- bekleeder; die troependienst houdt oneindig meer in, dan hetgeen ik u straks deed opnoemen. Te leeren eene compagnie op behoorlijke wijze in het gevecht aan te voeren, met al wat voorafgaan of volgen moet, is lang niet gemakkelijk. Wat meer dan, wanneer het een bataljon of hoogere tactische eenheid geldt. En dit is volstrekt niet alles, zelfs niet het voornaamste, want hoogere waarde nog dan militaire in- tellectueele heeft voorzeker de moreele factor in den strijd. De kennis van den soldaat in al zijne behoeften, in al zijne deugden en gebreken is voor den troepenleider onmisbaar. Evenzeer als de officier buiten de kazerne behoort uit te blinken in de deug den, die van zijnen stand de sieraden zijn, evenzeer moet hij in de kazerne of te velde met den soldaat weten mede te leven; hij moet soldaat zijn met den soldaat, zonder nochtans de waardigheid op te offeren, die aan zijnen rang verbonden is. Hij moet leeren streven naar populariteit, niet tot eene ongepaste gemeenzaamheid te gera ken, maar te gelijk moet hij zijnen ondergeschikten eerbied en achting weten af te dwingen. Daarmede kan hjj wonderen verrichtenzelfs de kleinmoedigste zal ook in het heetst van het gevecht door zijn voorbeeld geëlectriseerd worden. Die populariteit is het voornaamste geheim van den roemvollen aanvoerder. Om mij alleen te bepalen tot ons Indisch leger, wijs ik op mannen als Romswinckel, Selioggers en Popelierdie hunne soldaten ook tot de moeielijkste aanvallen wisten op te wekken. Dat alles nu leert men in eene speciale betrekking niet, daartoe is langdurige praclische ondervinding bij een helder verstand noodig. Ons stelsel van voorziening in de betrekkingen, die vreemd zijn aan den troependienst, deugt alzoo niet. Natuurlijk wordt daarvoor slechts geput uit het beste deel van het officierskorps. En wijl nu eene plaatsing in zulk eene betrekking veelal het grootste deel van de militaire loopbaan in de subalterne rangen inneemt de rangen juist, waarin hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend de kennis van den soldaat in het troepenleven wordt opgedaan, die voor den lateren troepenleider onontbeerlijk is zoo onttrekt dat stelsel voorgoed

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 363