349 een groot deel van de beste elementen van het officierskorps aan den dienst in de gelederen. In dien zin kan alzoo gezegd worden, gaat het Indische leger gebukt onder de bureaucratie. Het heeft den schijn, alsof de behandeling van bureauzaken c. s. de eerste is der logerplichten, alsof met het product van de schrijftafel en niet met eene uitstekend geoefende legermacht de vijand zoo noodig verslagen moet worden. Aan dien toestand nu moet paal en perk gesteld worden. De maximum tijd, waarin een officier aan het troepenleven onttrokken mag zijn, moet worden bepaald. Daardoor wordt bovendien het voordeel bereikt, dat een veel grooter aantal officieren de intelligentie opdoet, die in vele speciale betrekkingen verkregen kan worden. Om een voorbeeld te noemen, wijs ik op de aanvulling van den Ge- neralen Staf in Nederland, het daar gevolgde stelsel, om de kapiteins van dien staf slechts betrekkelijk kort in functie te laten, voorkomt aan de eene zijde ontwenning aan den dienst in de gelederen,, en verzekert voor oorlogstijd eene groote reserve van personen, die voor den dienst bij dien staf de geschiktheid bezitten. Wel is waar kan dit systeem in ons leger door gebrek aan stof voorloopig nog niet in toepassing worden gebracht, doch verzuimt men het in te voeren later, wanneer het aantal voor plaatsing bij den Generalen Staf ge schikte officieren grooter is geworden, dan zal het zelfs kunnen voor komen, dat er kapiteins zijn, die, hoewel zij aan de voorwaarden voor zulk eene plaatsing voldoen, door gebrek aan vacatures nimmer daarvoor in aanmerking konden komen. Alsdan zal er kapitaal verloren zijn gegaan. En alweder is de hoop gevestigd op de invoering der betrekking van Chef der Infanterie, waardoor de mogelijkheid geboren wordt, dat aan het euvel, in dit 2e punt behandeld, voorgoed een einde komt. 3e. De oefening is gebrekkig. Ik laat nu de elementaire oefeningen, de zoogenaamde exercitiën, buiten beschouwing, en heb meer het oog op den velddienst en de gevechtsoefeniugen, die in den oorlog van dadelijke toepassing zijn, op de allerbelangrijkste alzoo. Ook bedoel ik spe ciaal de opleiding van officieren. Ik ben in den laatsten tijd ruimschoots in de gelegenheid geweest,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 364