357 voor een leger alleszij is debeweegkracht voor de opgewekt heid en de energie. Het stelsel, dat blijkens dagbladberichten onlangs in Rusland is ingevoerd, verdient alle aanbeveling; daar is een bepaalde leeftijd ge steld, die niet overschreden raag worden, om voor bevordering in den hoogeren rang in aanmerking te kunnen komen. Aan het hoofd van het veldleger staat een generaal-majoor-opper- bevelhebber, die met den staf van het leger gevestigd is te Batavia deze bevelhebber treedt dus in de plaats van den Chef der Infan terie. De brigadecommandanten zijn alleen aan hem voor alles ver antwoordelijk. De commandant der Wester-brigade is tevens commandant van de le militaire afdeeling, die van de Ooster-brigade commandant van de 36 militaire afdeeling; alleen de 2e militaire afdeeling heeft een ge- neraal-majoor tot afzonderlijken afdeelingscommandant, en wel omdat die afdeeling, waarin ook de Vorstenlanden liggen, de gewichtigste is. In tijd van oorlog of beroering kan de commandant der 2e mili taire afdeeling natuurlijk worden aangewezen als bevelhebber over de beide brigades, die in zijne afdeeling gelegerd zijn. De betrekking van commandant der infanterie te Magelang ver valt. De kapiteins van den Generalen Staf in de militaire afdeelingen gaan over bij de staven der brigades; de militaire afdeelingen heb ben alsdan geen chefs van staven meer noodig. Voor Midden-Java wordt dus eene uitbreiding vereischt van een kolonel der Infanterie en een kapitein van den Generalen Staf. Voor het overige kan het personeel van het veldleger gevonden worden uit de tegenwoordige formatie. De garnizoenstroepen in den Indischen archipel blijven recht streeks gesteld onder het algemeen legercommando. Voor die troepen zal het oprichten van een depotbataljon noodig zijn. In hoever de veldbataljons in het gouvernement van Sumatra's Westkust door garnizoenstroepen vervangen zouden moeten worden, kan ik niet beoordeelen. Ontegenzeggelijk zouden de eerste uitgaven, die vereischt worden om den boven beschreven toestand te scheppen, zeer hoog zijner zouden namelijk garnizoensYerwisselingen moeten plaats hebben, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 372