- 374 „lange streep is zij op de ongemerkte en bij de overige vizieren op de „met het vereischte cijfer gemerkte verdeelstreep gesteld",dan geloof ik daarmede den lezer een gemiddelde aan de hand te hebben gedaan, dat hem mijne bijzondere waardeering van zakelijkheid op andere plaatsen zal doen begrijpen. Ik geef in dit verband er 11 in zijn geheel nog bij: „Om het „vizier te stellen voor de tusschenafstanden 450 M., 550 M., enz., „wordt de klep op het oog midden tusschen de standen voor de naastbij „gelegen en in 9 genoemde vizieren gesteld. Men zou meenen dat dit nu duidelijk was. Misgeraden, luister slechts. „Alzoo voor 450 „M. tusschen 400 M. en 500 M., voor 550 M. tusschen 500 M. „en 600 M., enz. Die laatste toelichting nu schijnt mij weergaloos overbodig. En waarom heeft de samensteller niet desgelijks geoordeeld Ik waag eene gissing: omdat hij, bij wiskunstige juistheid van aanwijzing, niet kon aflaten aan verkeerde opvatting bij anderen te denken. En waarom? Het is te wijten aan het overkruis zijn der cijfers 4, 5, 6 enz. op de bovenvlakken der beide vleugels. Over de deugdelijkheid van het vizier, met het oog op den uitersten afstand, waarop geschoten kan worden, zal het oordeel zeker verschillend zijn. Het is bekend, dat de oude vizierindeeling slechts was voortgezet tot 900 pas (van 0.63 M.). De uiterste dracht is dus van 756 M. op 900 M. vastgesteld. De kolonel Coblijn zeide in zijne brochure: „De verdediging van Java" naar aanleiding dezer wijziging: „Men heeft dus wel wat verbeterd, „maar wederom niet genoegmen heeft, zooals gewoonlijk, half werk „verricht. Wij herhalen wat wij reeds in onze brochure,,De Indische InfanterieNadere beschouwingen"zeiden „alleen het denkbeeld reeds „een geweer te hebben, dat niet zoo goed is als dat van de tegen- „partij, werkt hoogst demoraliseerend op den troep. Men heeft eene „Yeld-Artillerie, die granaatvuur kan aanwenden tot op 4000 M. en „een Berg-Artillerie die hetzelfde tot op 3000 M. kan doen, terwijl „men de Infanterie slechts een geweer toestaat, waarmede niet verder „geschoten kan worden, dan tot op 900 MDit is niet krijgskundig". Er zullen er, geloof ik, weinigen zijn, die van een theoretisch stand punt voor het Indische leger een geweer met een uiterste dracht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 389