378 een positieve bepaling. Als het verboden was, zou dit, gelijk daar en daar en daar en daar, wel opzettelijk gezegd zijn, kan men in zulke ondeugdelijk geredigeerde reglementen met eenigen grond besluiten. Waar men in voorschriften kan volstaan met gebieden, daar moet men zich met zorg onthouden te verbieden, Men bekijke uit dit oogpunt eens het nieuwe Duitsche exercitie-reglementmen ga eens na hoe spaarzaam men daarin met verbodsbepalingen is, maar tevens welk een ouvergetelijken indruk het op u maakt als de samensteller, gevoelende tegen een machtigen stroom front te maken, kortweg zegt: Dat is verboden. En de samensteller kan op die plaatsen zoo krachtig zijn, omdat hij wist maat te houden en den stempel van het verbod niet door veelvuldig en onnoodig gebruik liet afslijten. Ik kan niet zeggen, dat de „verklaring der werking van grendel, „trekker en trekkerveer" er duidelijker op is geworden, nu de samen steller van dit nieuwe voorschrift door omzetting van zinneu en het gebruik van andere woorden, ook hierin blijkbaar zijn persoon heeft willen leggen. Ik acht deze nieuwe verklaring aan de oude inférieur. Tweemaal wordt in 30 gezegd, dat de haan bij het rechtstandig brengen van de knop met den geleider niet kan mee draaien. Op de vierde alinea van de paragraaf zou ik willen aan- teekenen, dat de haan evenmin zou omvallen, wanneer zijn tand eens niet vatte in een rust van den geleider, terwijl de 2e alinea van 21 mij toeschijnt eene onjuiste voorstelling te geven. Er wordt daar gesproken van het sluiten van den grendel en gezegd: „Door het benedenwaarts draaien van den knop, waarmede (ten gevolge van het afloopen van den arm des geleiders langs den voorkant „van den bak) eene kleine voorwaartsche beweging van den grendel „gepaard gaat, veert de patroontrekker over en vóór den rand der „huls." Hiet tengevolge van het afloopen van den arm des geleiders langs den voorkant van den bak heeft eene kleine voorwaartsche beweging van den grendel plaatser is daar hoegenaamd geen wrijving bij het sluiten. De voorwaartsche beweging heeft plaats, omdat het steuuvlak van den geleider oploopt tegen het schroefvormig voorvlak vau het steunstuk; alleen bij het spannon van do slagveer, dus bij het openen is er wrijving tusschen de voorzijde van don geleiderarm en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 393