379
het schroefvormig voorvlak van den bak. Omdat het onderhavig
voorschrift „het steunvlak" niet als een benaming (onderdeel) van
den geleider noemt, kan het misschien dienstig zijn te vermelden, dat
hiermede het vlakke gedeelte aan den onderkant van den knop wordt
bedoeld, waarmede deze aan het cilindervormig gedeelte van den
geleider is ingeplant.
De slot-paragraaf van dit hoofdstuk zegt: „Ten einde een goed
„begrip van de inrichting en werking van den sluittoestel te doen
„verkrijgen, zal bij het recruten-onderwijs bij de depotbataljons worden
„gebruik gemaakt van een over de lengte-as doorgesneden geweer".
De samensteller is blijkbaar hier zijn goede voornemens, in de in
leiding uitgesproken, een weinig vergeten. Ik durf nog hopen, dat
men voor de soldaten, laat staan voor de recruten, de kennis van de
werking van den sluittoestel niet noodig zal oordeelen, terwijl ik het
bovendien moet betwijfelen, of men met een over de lengte door
gesneden geweer wel omtrent de werking van den sluittoestel gemak
kelijk tot goede voorstellingen kan komen. Vee) doelmatiger daarvoor
schijnen mij de opengewerkte sluitstukken, zooals men hier te lande
pleegt te gebruiken.
In het hoofdstuk „Behandeling en onderhoud van de wapening der
geweerdragenden" worden in dertien bladzijden de aanwijzingen gegeven,
die op dat onderwerp betrekking hebben of daarbij konden worden aan
getrokken. Voor het schoonmaken van het geweer zal de recruut hier tal
van nuttige en practische wenken vinden, die door den oudgediende nog
gemakkelijk te vermenigvuldigen waren. Het schoonmaken van den
loop wordt uit twee gezichtspunten uitvoerig behandeld 1°. na gewone
dienstverrichtingen, waarbij uit het geweer niet gevuurd en het wapen
niet nat geworden is; 2°. wanneer uit het geweer gevuurd is. Het
aautal combinaties men moet het dankbaar erkennen is dus niet uit
geput. De korporaal kan hier lezen, hoe de recruut een lapje op
reglementaire wijze aan zijn pompstok zal aanslaan. „Beu lap, die
„tamelijk lang, maar niet te breed moet zijn, wordt door het bovenste
„gat van den pompstok gehaald, zoodat de beide einden gelijkelijk langs
„den stok afhangen. Elk dier einden wordt daarna door het onderste
„en vervolgens weder door het bovenste gat gestoken en hiermede zoo-
„laug voortgegaan, tot het tusschen de beide gaten gelegen gedeelte