384 tot een zijner leerlingen moet gesproken hebben„Mon ami, prends garde a ne pas mettre trop de détails, paree que, si tu en mets trop, il n'y en aura plus assez." Het kader kan uit dit voorschrift lee- ren, van welke stof zijn pompstok, de hulzentrekker, is vervaardigd; hoeveel gaten er in den draagriem van zijn patroonzak zich bevinden, maar waarvan zijn bajonet, zijn loop, enz. gemaakt zijn, daaromtrent wordt hij niet ingelicht. Door de opname van vele onnoodige omschrij vingen trad hetgene, waar het uitsluitend om te doen moest zijn geweest, niet genoeg op den voorgrond. Het kader zal bij de studie van dat boekje weder zelf moeten ziften wat belangrijk en wat minder belangrijk is. Het zal op dezen doolakker weder zelf het goud moeten opzoeken en alleen een critisch oog zal het daarbij kunnen behoeden, te bukken naar onnutte wetenschap en met de beste bedoelingen bezield toe te treden tot de klasse der vodden rapers. De instructeurs zullen hun echter bij hun studie behulpzaam zijn; dezen zullen eenstemming oordeelen dat al het noodige in dat reglement kan worden opgeslagen. Brengt de toekomstige com missie, die met de herziening van dat voorschrift zal zijn belast, den omvang tot de helft van het tegenwoordige terug, dan zal zij zonder veel wijziging er in kunnen slagen, van dat boekje een uitnemend voorschrift te maken. In reglementen voor het kader is bondigheid de boodschap en langwijligheid de witte mier. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 399