DE TOESTAND VAN HET BRITSCHE
OFFICIERSKORPS IN 1888
De „Colonial Military Gazette" heft eene klacht aan over de
slechte betaling en vooruitzichten der Engelsche officieren.
Zij zegt het volgende:
„Het valt niet tegen te spreken dat de officieren van het leger,
met het oog op de kosten aan hunne opleiding verbonden en op den
arbeid, die van hen in hun werkkring wordt gevorderd, niet zwaar
betaald worden. Hetzelfde kan gezegd worden van de onderofficieren
en minderen, hoewel niet in die mate. Het zijn vooral de officieren die
werkelijk ellendig bezoldigd worden. Een staaltje zal dit duidelijk maken.
Volgen wij daartoe de loopbaan van een pas benoemd Infanterie-officier.
„Hij begint zijne carrière op een traktement van 5 shillings 3 pence
per dag (1), dat na een of twee jaar met 15 pence klimt en later tot
het maximum der luitenautsbezoldiging, nl. 7 sh. 6 p. Als hij kapi
tein wordt, wat niet waarschijnlijk is beneden een diensttijd van 8
jaren, geeft het dankbare en bewonderende vaderland hem 11 sh.
7 p. Hij mag zich gelukkig rekenen als hij binnen 15 jaar dienst
tijd als officier majoor wordt, waarvoor hij 2 sh. meer krijgt; na
3 jaar majoorsdienst komt hij op 16 sh. per dag. De nu volgende
'bevordering is die tot luitenant-kolonel, welken rang hij kan halen
na 20 jaar dienst. Hij krijgt dan 18 sh. per dag en als hij een
bataljon commandeert nog 3 sh. extra. Zes jaar later is zijne car
rière bij den troep gesloten en moet hij nolens volens zijn non-acti
viteit (halfpay) nemen, wanneer hij niet voor eene staf- of andere
betrekking bestemd isde halfpay bedraagt 11 sh. per dag en
hij kan daarop soms jaren moeten teren. Loopt hij 5 jaar lang non-
actief of bereikt hij den ouderdom van 55 jaar, dan wordt hij ge-
pensionneerd op 250 's jaars. Heeft hij daarentegen het geluk
(1) In Engeland wordt het traktement dikwijls per dag berekend; wij volgen hier
die gewoonte en laten ook de opgave in Engelsche munt onveranderd.