394 Wij mogen dus weldra hopen den arbeid van majoor Brakel publiek domein te zien worden; met belangstelling zien wij dien tegemoet. De Chef van het wapen der Infanterie. In verschillende tonen zijn juichkreten opgegaan over het eindelijk tot stand komen van den lang gewenschten maatregel die de Infanterie een afzonderlijken chef gaf. Maar wanneer nu iemand, na die lofzangen aangehoord te hebben, vraagt: maar waar is nu die Chef der Infanterie dan moet men het antwoord schuldig blijven. Want hij is er met en alles is nog even als. vroeger. Toch heeft de Minister van Koloniën dien maatregel reeds in Decem ber a p goedgekeurd; hij heeft het geld voor de daaraan verbonden reorganisatie der He Afd. van het Dep. v. Oorlog op de begrooting ge bracht; die begrooting is reeds een paar maanden geleden afgekondigd maar de Chef der Infanterie zelf blijft achterwege; en wij schrijven reeds April. Van waar dis vörtraging Men zou haast zeggen dat ondanks de betuigingen van instemming met het voorstel, door den heer Rooseboom in zijne bekende nota gedaan, de zaak bij de Regeering in Nederland niet erg van harte gaat. Verbetering van een fout in den Bundel Militaire tarieven bewerkt door de HH. Boers en Vries. Op verzoek van de bewerkers wordt medegedeeld, dat de noot (4) in punt A 2 afd. B van het mil. tarief N°. 13 geplaatst moet worden achter het daarin voorkomende woord „onderofficieren» en dat de noot zelf moet luiden Zie omtrent gewezen Europeesche onderofficieren van het leger in Nederland, het korps mariniers, of de landmacht in Oost- of West-Indie het in de alg. order 1881 N°. 18 opgenomen gouv. besluit dd. 4 Maart 1881 N°. 2. BERICHT. De rubriek „Mededeelingen omtrent legers en vloten buiten Europa wordt voortaan geredigeerd door den heer J. A. P. Grevers.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 409