405 loe door; zij vermoordde den postlooper, die brieven naar Tebing Tinggi brengen zou. Ook de Kikim geraakte tegelijkertijd in vollen opstand, en de gemeenschap met Tebing Tinggi was geheel ver broken. De plaats was door de bende van Radja Tiang Alam berend (26 Augustus 1851). In de omstreken van Lahat ging het niet veel beter, ofschoon hier de gemeenschap met de hoofdplaats Palembang nog niet ver stoord was. Hier was zekere Badjan, een slecht persoon die pa- sirah had willen worden, maar in zijne verwachting teleurgesteld was, de ziel van het verzet. De eerste versterking, door hem opgericht, was door de bevolking van Groemai Lembak vernield; maar de tweede liet zij onaangeroerd; zij durfde zich niet meer tegen hem te verzetten Zoo stonden de zaken toen, den 22cn Augustus, de eerste expedi- tionnaire troepen van Java (2 compagnieën van het 13e bataljon) per Ardjoeno te Palembang aankwamen, twee dagen later door door de 1° (Europeesche) compagnie van het 7e bataljon, welke op een ingehuurd koopvaardijschip ingescheept was, gevolgd. Onmiddel lijk werden nu de voorbereidende maatregelen genomen, om de krijgs macht in de Bovenlanden te versterken en daar krachtig op te treden. Alvorens nu de operatiën mede te deelen, welke na veel inspan ning de demping van den opstand ten gevolge hadden, zal het niet ondienstig zijn dat wij een korte beschrijving geven van het tooneel der operatiën. De kaarten wijzen aan hoe de gansehe residentie Palembang door rivieren is doorsneden, en hoe deze zich achtervolgend alle met de Moesi vereenigen. Die rivieren waren in 1851 thans heeft de residentie een aantal min of meer bruikbare wegen nage noeg het eenige middel van gemeenschap; aan de rivieren lagen onze militaire postenMoeara Klingi, Tebing Tinggi, Lahat en (buiten het oorlogstooneel) Moeara Roepit, Batoe Radja Ogan en Moeara Doewa. Het fort Moeara Klingi lag juist tegenover de uitwatering van de Klingi-rivierTebing Tinggi ligt cc. 80 palen stroomopwaarts aan de Moesi, welke tot aan Groe- noeng Kembang (uitwatering van de Kikim) goed bevaarbaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 424