410 aan, waar De Brauw wel verplicht was den troepen een rustdag te gunnen. Hier vernam hij, dat de doesoens Keboer en Arahan (op den weg naar Lahat) door de muiters bedreigd waren met hetzelfde lof dat Goenoong Agoeng had ondergaan de pradjoerits hadden daarop, den 8cn, Keboer bezet. Den 10cn werd deze plaats bereikt; onderweg, te Arahan, ont ving De Brauw de tijding dat de opstandelingen zich nabij Goe- noeng Agoeng verzamelden om de colonne den doortocht naar Lahat te betwisten; later werd dit bericht bevestigd en vernam hij nader dat zij, hoewel verrast door den spoedigen opmarsch der troepen, zich versterkten in eene verlaten doesoen, waarvan de borstwering en gedeeltelijk de bamboe doeri-pagar nog bestond. Den llen September kon men alzoo het eerste gevecht te gemoet zien. De voorhoede, bestaande uit de 5e compagnie van het 13e bataljon en de pradjoerits, trok 's vijands stelling, die op 50 a 60 passen van den weg verwijderd lag voorbij, terwijl inmiddels de hoofdtroep en de achterhoede volgden, zoodat het niet lang duurde of de gansche positie, die tegen den 30 a 40 voet hoogen oever der Lematang leunde, was aan de landzijde geheel ingesloten. De opstandelingen, zulks bespeurende, openden een goed onder houden vuur op de voorhoede, die, na hare geweren te hebben af geschoten, onmiddellijk tot den stormaanval overging en de benting na een korten strijd met de bajonet veroverde. Den vijand bleef geene andere keuze over dan zich van den steilen oever in de Le- matang te werpen, ten einde zwemmende den overkant te bereiken. Naar later vernomen werd, had hij 25 dooden en gewondenaan onze zijde was slechts een Inlandsch soldaat zwaar gewond. De weg naar Lahat lag nu open, en deze plaats werd tegen den middag bereikt. De indruk van het geleverde gevecht was ons zeer voordeelig, te meer omdat daardoor de grootspraak gelogenstraft was van Badjan, de ziel van den opstand in Lematang Oeloe, die had verklaard dat de resident en de controleur Yan den Bossche niet meer te Lahat konden komen. De vraag deed zich nu voor, of de colonne zich onmiddellijk door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 429