DE WAPEN- EN SCHIET VOORSCHRIFTEN DER
NED.-IND INFANTERIE
Vervolg van blz. 384.)
II. Het Schietvoorschrift der Infanterie.
Het „Schietvoorschrift der Infanterie", door een aanhangsel gevolgd,
bespreekt in zeven hoofddeelen achtereenvolgens het materieel en de
inrichting der schietbanen, de voorbereidende oefeningen, de schiet
oefeningen, de schietregels, de premiën, het prijsschieten en de onder
scheidingsteekenen, en het schietregister. Deze hoofdstukken worden
voorafgegaan, door een „Grondslag van het onderricht en algemeene
„bepalingen".
Deze Grondslag vangt aan met het doel der schietoefeningen, dat
geformuleerd is in „de Infanterie de vereischte geoefendheid te doen
„verkrijgen voor een goed gebruik van haar vuurwapen in het gevecht."
Waar dit doel te voren door ieder ander evenzeer werd vooropgesteld,
begrijpt men dat alles aankwam op den weg, dien men zou
kiezen, om dat resultaat te verkrijgen, m. a. w. op het stelsel van
onderzoek en zijn leidende gedachte. Was die weg de logische, de
eenvoudige, de goede, dan moest daarom reeds alleen de verschijning
dezer voorschriften als een verblijdende gebeurtenis begroet worden,
dan zouden daarbij kleine gebreken als in een verwijderd perspectief
in wufte vlekjes naar den achtergrond gaan. En nu ik, alvorens
tot de schietopleiding zelve te komen, nog enkele punten te releveeren
heb, waartegen mijn bedenking te dezer plaats allerminst mag ont
breken, nu wil ik toch vooropzetten, dat in de regeling van het in-
dividueele schietonderricht, zooveel gezond oordeel en zooveel degelijke
practijk te waardeeren valt, dat ik niet mocht nalaten den samensteller
daarvoor zonder terughouding mijne onverdeelde hulde te brengen,
te meer, omdat ik, na reeds zoolang de aandacht van het vele goede