442 opleiding kan'niet zijn, te velde te kunnen optredeti ftiet weinig schutters tweede en veel schutters der eerste en der scherpschutters-klasse, maar vóór en boven alles met een infanterie, die voor haar gevechts werkzaamheid geschikt is, en die, nu dat om redenen van adminis tratieven aard wenschelijk is, met het doorloopen van schietklassen op een zelfden grondslag en in een zelfde richting daartoe steeds meer geschikt worde. Hoe heeft men zich nu de gevechtswerkzaamheid van het hoofd wapen te denken? Het moge waar zijn, dat men over de vormen van het infanteriegevecht tot in het oneindige kan redetwisten mij boezemt dit weinig belang in, omdat ik in het woord „gevechts- „vorm", in het abstracte natuurlijk, met den besten wil slechts eene contradictio in terminis kan zien omtrent het wezen van den strijd is men dit thans vrij wel eens, dat binnen de afstanden, waarop het individueel vuur wordt toegepast, waarop dus de individueele schietvaardigheid haar meeste rente afwerpt, op omzichtigheid, overleg en nadenken bij den strijdenden soldaat niet mag worden gerekend. Te midden van de machtige gemoedsbewegingen, waaraan de mensch in zulke toestanden ten prooi is, laat de ruwe natuur haar rechten onverkort gelden en wordt iedere leer, welke in haar geen steunsel heeft gezocht, met haar niet voortdurend aansluiting en voeling heeft onderhouden, onverbiddelijk buitengesloten. Men roept ze mij toe, de factorenkoelbloedigheid, moed, doodsverachting; welk verstan dig mensch zou ze niet tellen en zou er niet op hopen Maar welk verstandig mensch zou het zich willen ontveinzen, dat hopen geen recht tot rekenen geeft en vooral, dat factoren als de genoemde aan koers onderhevig zijn en dat deze, als alle moreel, slechts beschouwd kunnen worden, laat ons hopen als dikwijls voorkomende, maar toch immer al3 toevallige baten. De hoofdverdienste nu van de Indische schietopleiding komt mij voor die te zijn, van aan het hedendaagsch gevechtsveld de eischen te hebben ontleend voor dat der oefeningen. Een uitvloeisel van een gezonde opvatting omtrent de eischen van het tegenwoordig infanteriegevecht schijnt mij de voortreffelijke regel, die in de geheele opleiding de richting op den onderkant van het doel voorschrijft. Het feit wordt algemeen erkend, dat die richtwijze in het gevecht de meeste waarborgen oplevert,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 461