444 juist richten en scherp schieten zou buitensluiten en dat uit dien hoofde, het wenschelijk zoude zijn voor sommige schietklassen op het gewilde trefpunt te doen mikken, berust op een misverstand. Het is bekend, dat een gewild trefpunt op een gegeven afstand en van een bepaalde standplaats met een zeker wapen slechts langs één baan te verkrijgen is. Hoe de elevatie, welke het geweer behoeft om die baan op te leveren, nu wordt gevonden, of men daartoe het vizier voor den afstand neemt, of wel een hooger vizier in verband met een daarmede overeenstemmend lager mikpunt, het doet niets ter zakehet schieten met het vizier voor den afstand is geen voorwaarde voor het verkrijgen van een gewilde dracht. Het behoeft nauwelijks hier te worden bijgevoegd, dat het gebezigde vizier evenmin op de spreiding invloed kan hebben. Met welk vizier ook worde geschoten, op een bepaalden afstand is de spreiding van een wapen altijd gelijk dus ook de trefkans Er kan derhalve met een duidelijk aan gegeven mikpunt ook op den onderkant scherp gericht worden, en de trefkans, dus de juistheid van het schot, heeft in het algemeen met de methode van richten niets uit te staan. Deze waarheid niet alleen te hebben ingezien, maar te hebben toegepast en wel in weerwil van hetgeen in Duitschland te dezer zake m. i. verkeerdelijk geschiedde, en wat elders met bet oog op den korten Weinigen zullen tegen dit „dus" bezwaar hebben. Toch moet ik het toelich ten. De kapitein Brender a Brandis heeft in eene voordracht in de V. t. b. v. d. k. eens gezegd: „De beteekenis der woorden spreiding en trefkans wordt dikwijls met elkaar verwisseld. Wanneer nl. de verticale spreiding van een geweer kleiner is dan die van een ander, dan kan de trefkans van den bundel van het laatste geweer toch gTOoter zijn, dan die van het beter schietende, indien nl. de bestrekenheid van zijn schot beter is." Ik wensch zoowel het uitgangspunt als deze redeneering te bestrijden. Wanneer men eens in een willekeurig betoog voor trefkans of spreiding deze woorden verwisselt en de spreiding bedoelende van een wapen ging zeggen „de trefkans is groot", dan is het duidelijk, dat men het tegengestelde zou uitdrukken van hetgeen men wenschte. Is de spreiding o, dan is de trefkans 1; groeit de spreiding aan tot co dan doorloopt de trefkans de waarde tusschen 1 en o. Kortom de verwisseling van de woorden spreiding en trefkans is een verwarring van oorzaak en gevolg; deze woorden geven begrippen weer, die zoozeer „vogels van diverse pluimage'' zijn, dat eene verwisseling grof onjuist ware, zóó, dat zij op wederlegging geen aanspraak zou mogen maken. Wij doen daarom goed met aan te nemen, dat de bedoelde verwisseling zelden zal voorkomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 463