445 diensttijd in groote proportiën werd nagedaan, is van den ontwerper een daad, die van individualiteit getuigt en die ik meen hoog te moeten waardeeren, omdat zij ongetwijfeld in de gevechtspractijk in een nuttig effect haar bekroning zal vinden. Wat elders tot voor wendsel strekt om den grondregel van het hedendaagsch gevecht uit te sluiten, werd met voortreffelijke juistheid hier op dien grond regel ingeplant; want als men straks zal vragen of de ontwerper van de Indische schietopleiding ook de meening is toegedaan dat voor de Infanterie de vaardigheid in het treffen van een bepaald punt op prijs moet worden gesteld, dan zal hij er op aanspraak maken van dat gevoelen de rechtervleugelman te mogen zijn. Wij zullen thans zien hoe aan het algemeen beginsel is uitvoe- ring gegeven. Een zeer korte beschouwing over de schietbaan en het schijvenmaterieei moet daaraan voorafgaan. Omtrent de inrichting der schietbanen vindt men in de onderscheiden reglementen vrij wel gelijkluidende bepalingen, zoodat men ook in dit hoofdstukje zich spoedig te huis gevoelt. Den lezers is het bekend, dat op de begrooting van koloniën voor 1889 een som van/41000 is uitge trokken voor den aanleg van schietstanden, in verschillende garni zoenen, naar het gewijzigd stelsel Veltman. Welke die wijziging is en door wien zij is aangebracht, is mij niet gelukt te vernemen. Ik Wat de redeneering nu zelve betreft, moet ik mij verzetten tegen de opmerking- als zou de trefkans niet uitsluitend beheerscht worden door de grootte der spreiding. Ik meen, dat hier de beteekenis van het woord trefkans niet juist is gevat. Kan men van trefkans spreken anders dan ten opzichte van een bepaald doel van twee ol drie afmetingen, en is trefkans niet uitsluitend afhankelijk van de spreidingen in de twee oi drie ruimte-afmetingen en volstrekt onafhankelijk van de wegen, welke de kogels vóór het inslaan in het doel volgden? En is de trefkans dus ook niet volstrekt onafhankelijk van de bestreken ruimte Begaat men, gelijk in die voordracht, de fout trefkans met vuuruitwerking te ver wisselen, dan kan men de blz. 73 en 75 van de voordracht leeren het met do uitdrukking „trefkans van den bundel", wanneer men in dien nevel ook de bestreken ruimte meent in rekening te brengen, allerlei aardige kunstjes doen, die echter weinig wetenschappelijk zijn en die dan ook wijken moeten voor de onbeleefde vordering dat fr bij de woorden ook een begrip zij en voor het onwelkom verzoek aan de hand der waarschijnlijkheidsrekening de bewuste „trefkans van den bundel" voor een concreet geval eens in een getal uit te drukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 464